woensdag 21 december 2011

Impulsaankopen

Ik weet niet of het perse een vrouwending is, maar wij vrouwen staan toch wel bekend om onze impulsaankopen als het kleding betreft. Volgens cijfers van het Nibud besteden vrouwen zelfs gemiddeld €1200,- per jaar aan deze impulsaankopen. Ik was echter altijd erg trots op het feit dat ik niet tot deze groep behoorde; mijn garderobe werd zorgvuldig gepland. Tot een week geleden...

Goede deal
Tijdens het speuren op internet (geen tijd voor de stad), kwam ik een hele goede deal tegen: een broek afgeprijsd van €300,- naar €50,-. Had ik een broek nodig? Welnee! Was het een goede deal? Tuurlijk. Dus zonder er verder bij na te denken, verdween de broek in mijn online shoppingbag. Een paar dagen later lag de broek op de mat.

Ondertussen had ik al een beetje spijt van mijn aankoop. Het was niet zomaar een broek, nee het was een witte broek opgeleukt met verfspatten. God weet wat me bezielde; misschien was ik iets te veel geïnspireerd door de verbouwing waar ik nog steeds middenin zit...

Schaarste
Maar meer waarschijnlijk was de oorzaak de geringe beschikbaarheid: er was nog maar één broek beschikbaar en toevallig ook nog in mijn maat. Kortom: een nu-of-nooit deal. Het principe van schaarste was dus volop aan het werk. En ik trapte er volledig in! Dit terwijl ik weet dat schaarste één van de sterkste principes is; een principe waarbij je stopt met nadenken en oergedrag de overhand neemt. We willen niet beperkt worden in onze keuzevrijheid, dus kopen we dat ene item toch maar wel.

Anker
Naast schaarste was er ook nog sprake van een ander effect, namelijk het anker dat gesteld werd. Omdat de broek eerst €300,- kostte, had ik een hoog bedrag als anker. Als de broek dan maar €50,- blijkt te kosten, voelt het bijna alsof de broek gratis in je schoot geworpen wordt. Wie slaat zo’n deal nou af?!

Ik was voor het gemak maar even vergeten dat ik nog steeds €50,- moest betalen voor iets dat ik eigenlijk helemaal niet nodig had. Mijn reflectieve systeem -het systeem dat het impulsieve systeem in toom kan houden door bewuster een afweging te maken- faalde dus compleet.

Nooit meer
Terwijl ik dit schrijf, draag ik mijn verfbroek echter met verve. Ik zie de humor er wel van in en stiekem hoop ik dat ik zo herinnerd word om de komende sale periode geen ondoordachte aankopen meer te doen. Ik laat jullie in januari weten of het is gelukt...

maandag 19 december 2011

Het herkennen van gezichten

“Hoi, herken je me nog?” Altijd als ik zo’n zin hoor, beginnen er allemaal alarmbellen te rinkelen. Shit, herken ik diegene eigenlijk wel en waarvan ook al weer?? Doodsbang om een verkeerd antwoord te geven, formuleer ik mijn antwoord altijd zo algemeen en abstract mogelijk. Daarna wacht ik gespannen af of de ander wat hints vrijgeeft (of ik kijk paniekerig naar Liza die ondertussen meester is geworden in het geven van hints...).

Paniek
Gezichten herkennen wil me dus niet altijd even goed lukken. Herkenbaar? Soms herken ik iemand die ik ooit een keer heb gezien meteen en soms kan ik iemand -blijkbaar- meerdere keren gezien 
 hebben en gaat er nog geen belletje rinkelen. Paniek! Gelukkig is de ander altijd zichtbaar opgelucht wanneer ik erbij vertel dat ik dramatisch ben in het onthouden van gezichten. Ergens kan iedereen zich er blijkbaar wel wat bij voorstellen.

Nog slechter...

Hoewel ik niet de beste ben in het herkennen van gezichten, verbleek ik naast mijn vriend. Hij presteert het Nathalie Portman niet te herkennen terwijl hij vorige week nog de Black Swan heeft gezien (ja, dat is mogelijk...). Maar hoe is dat in hemelsnaam mogelijk? Het heeft alles te maken met de manier waarop je gezichten verwerkt. Hierbij zijn er twee mogelijkheden: een holistische verwerking en een analytische verwerking.

Manieren van verwerken

Bij een holistische verwerking verwerk je het gezicht in een geheel. Dit blijkt veel efficiënter dan een analytische verwerking, waarbij je bijvoorbeeld de neus en mond als aparte onderdelen verwerkt. Hoewel we beide manieren van verwerking gebruiken, is de holistische verwerking met name bij gezichten van belang (probeer maar eens een neus van iemand uit een rij neuzen te kiezen, dat is op zijn minst lastig).

Gelukkig is er geen relatie gevonden tussen het herkennen van gezichten en intelligentie; iemand die nog net zijn teennagels kan knippen kan er nog beter in zijn dan ik (wat een opluchting weer).

dinsdag 13 december 2011

Other[w]eyes in het Financieel Dagblad!

Vandaag, dinsdag 13 december, staan we in het Financieel Dagblad! Hieronder een gescande versie van het bericht uit de krant en voor de leesbaarheid daaronder de tekst uitgeschreven. Het onderwerp: hybride ondernemerschap.

Gedragspsychologen ­Joyce Croonen (27) en Liza Luesink (24) werken ieder 27 uur per week bij de Belastingdienst in Utrecht. Ze adviseren medewerkers hoe ze het gedrag van belastingplichtigen kunnen veranderen, zodat die bijvoorbeeld sneller hun aangifte doen. De rest van hun beschikbare uren besteden ze aan hun eigen advies- en onderzoeksbureau voor gedragsverandering Otherweyes.
De motivatie om in deeltijd te ondernemen is inhoudelijk, niet financieel, zegt Luesink. ‘We zouden best van ons bedrijf kunnen leven. En iets minder luxe leven dan nu, maar het zou kunnen. Alleen vinden we dit een mooie combinatie. We zien langere tijd van dichtbij hoe een grote organisatie dagelijks werkt. Als we aan het werk zijn voor Otherweyes zijn we bij onze klanten net iets te kort binnen om dat te zien. Je bent dan steeds bezig met een eindige klus.’ Het tweetal liep al tijdens de studie rond met het idee voor een eigen bedrijf. Het plan verdween naar de achtergrond toen ze er na afloop van hun stage bij de Belastingdienst een baan kregen aangeboden. ‘We wilden eerst ervaring opdoen op een werkvloer’, zegt Croonen.
In de zomer van 2010 besloten ze de sprong te wagen, zij het in deeltijd. Ze zijn 30 à 35 uur per week aan het werk voor hun eigen klanten. Dat zijn er ongeveer tien, dus een beheersbare portefeuille. ‘Natuurlijk zouden we graag zien dat Otherweyes flink groeit’, vult Luesink aan. ‘Maar voorlopig vinden we het prima zo.’

maandag 12 december 2011

Hoe ver gehoorzaamheid kan gaan...

Wel eens gehoord van het Milgam experiment? Hierna vergeet je dit experiment waarschijnlijk niet zo snel meer. In de jaren '60 bedacht de onderzoeker Stanley Milgram bedacht een experiment om te achterhalen hoe het kon dat mensen in de oorlog zo ver waren gegaan. Welke rol speelt autoriteit hierbij? In het experiment onderzocht hij hoe ver mensen zouden gaan met het toedienen van elektrische shocks aan een andere persoon. Nou: ver.

Het experiment
Via de krant werde proefpersonen uitgenodigd deel te nemen aan een onderzoek over geheugen (coverstory). In het experiment waren drie rollen, die van de autoriteit (de onderzoeker in een witte jas), de leraar (de proefpersoon) en de leerling (een acteur). Het was de bedoeling dat de proefpersoon een zogenaamde andere proefpersoon (in werkelijkheid een acteur) woordcombinaties leerde. De leraar zat met de onderzoeksleider in een ruimte en in een aangrenzende ruimte zat de leerling. Voordat het experiment begon (dacht de proefpersoon) sloten de onderzoeksleider en de leraar samen de leerling aan op een apparaat. De leerling acteerde dat hij angstig was en recentelijk hartklachten had gehad, waarop de onderzoeksleider de man geruststelde met de woorden: "Het kan pijn doen, maar het is niet gevaarlijk". Vervolgens begon voor de proefpersoon het experiment. De onderzoeksleider gaf de proefpersoon in de rol van leraar een blaadje met opdrachten en plaatste deze voor een apparaat waarmee hij schokken uit kon delen. De opdracht was om de leerling bij elke fout een schok toe te dienen. De schokken op het apparaat liepen op tot een stand waarbij stond “Gevaarlijk!”. De leerling was met elektroden direct verboden met het apparaat, tenminste dat dacht de proefpersoon...


Hoe ver zou jij gaan?
De leerling maakte natuurlijk fouten, dus moest de proefpersoon schokken toedienen. In het begin vonden de meeste mensen dat nog niet zo spannend, maar zodra de schokken sterker werden schreeuwde de leerling steeds harder. Eerst van de pijn en later steeds bozer en angstiger. Als de proefpersoon vragend naar de onderzoeksleider keek wat hij moest doen, maakte deze duidelijk dat hij door moest gaan in het belang van het experiment. Consequent bleef de onderzoeksleider bij zijn  standpunt. Zoals gezegd stond er op het apparaat dat de zwaarste schok gevaarlijk zou zijn. Het meest schokkende van dit experiment is het resultaat: maar liefst 65% van de proefpersonen gaf de gevaarlijke schok! De anderen gingen ook ver, maar weigerden op een gegeven moment toch. Dit terwijl de inschatting van collega psychologen van Milgram van tevoren was dat slechts enkele (psychopathische) proefpersonen tot de zwaarste schok over zouden gaan. Dit experiment zet aan het denken hoe sterk wij een autoriteit kunnen volgen.


De BBC heeft een filmpje gemaakt van dit experiment met daarin de originele beelden van het experiment en een gesprek met een van de proefpersonen.

donderdag 8 december 2011

Wat als er een spiegel was op Expeditie Robinson?

Meer dan een miljoen kijkers hebben het dertiende seizoen van Expeditie Robinson gevolgd. In een van de afleveringen mocht de winnaar van de proef met twee anderen naar het winnaarseiland waar een heerlijk bad en een spiegel klaar liggen. Het trio was behoorlijk onder de indruk van hun eigen spiegelbeeld. Op dat moment realiseerde ik me dat er natuurlijk helemaal geen spiegels zijn op zo’n eiland! Hoe vaak op een dag kijk je normaal in een spiegel? Vaker dan je denkt! Dat de deelnemers zichzelf niet konden zien kan nog weleens bevorderen dat er gemene spelletjes gespeeld worden...
Ziet een baby zichzelf in de spiegel?
In ons dagelijks leven zijn we ons niet altijd bewust van onszelf. Als er echter een situatie ontstaat waarin we ons ongemakkelijk voelen zijn we ons ineens heel bewust van wat we doen. Een stijve hark die moet gaan dansen, denkt bij elke beweging: “moet je mij nou zien”... Ook al is het in zo’n situatie heel vervelend om je bewust te zijn van jezelf, het is toch nuttig dat wij dit kunnen. De mate van zelfbewustzijn ontwikkeld zich in onze eerste levensmaanden. Hoe zijn ze daar achter gekomen? Je kunt het een baby niet vragen, dus hebben onderzoekers iets slims bedacht. Ze tekenden een stip op de wang van de baby en ontdekten dat de kleintjes bij een leeftijd tussen de 9 en 12 maanden door hebben dat die stip op hun eigen gezicht staat (ze gaan het bijvoorbeeld aanraken). 
Sociaal wenselijk gedrag
Doordat wij ons bewust zijn van onszelf kunnen we onszelf corrigeren en gedrag vertonen zoals wij willen dat we overkomen op de buitenwereld. In verschillende situaties zijn we ons meer of minder bewust van onszelf en kan dat leiden tot ander gedrag. Naast het meten van het zelfbewustzijn kun je een spiegel ook inzetten om het zelfbewustzijn te verhogen. In een lift met een spiegel ben je je bijvoorbeeld altijd veel meer bewust van jezelf dan in een lift zonder spiegel. Moet je maar eens opletten! 

In verschillende onderzoeken is aangetoond dat het inzetten van een spiegel positieve effecten kan hebben. Onderzoekers lieten tijdens Halloween (of bij ons Sint Maarten) alleen met een bak snoep. De kinderen bleken minder snoep te pakken wanneer er een spiegel tegenover hen stond dan wanneer dit niet zo was (34% vs. 12%). Ook waren studenten minder geneigd om te spieken en bleken mensen minder bevooroordeeld te zijn wanneer zijn voor een spiegel zaten. 
Spiegel in de jungle
Bij Expeditie Robinson gaat het uiteindelijk om de beste Robinson zijn en (ook niet onbelangrijk) het winnen van 50.000 euro. Deelnemers maken vrienden tijdens het verblijf, maar verraden deze vrienden vervolgens net zo hard weer met gemene complotten. Zou wel eens een interessant experimentje zijn om op het ene eiland spiegels op te hangen en op het andere eiland niet en observeren maar!

maandag 5 december 2011

Neem je teddy beer mee naar kantoor!

Vorige week las ik dat teddy beren een positief effect kunnen hebben op volwassenen. Na even zoeken ontdekte ik een artikel van Harvard. Uit onderzoek daar is gebleken dat teddy beren ervoor zorgen dat mensen zich anders gaan gedragen.

Valsspelen?
In een psychologisch experiment verdeelden de onderzoekers de deelnemers in twee groepen. De coverstory van het experiment was dat de deelnemers voor een marketing onderzoek producten moesten beoordelen. De ene groep beoordeelde verschillende soorten paperclips en de andere groep verschillende soorten teddyberen. Vervolgens moesten de deelnemers een spel spelen, waarbij ze tegen een zogenaamde tegenspeler (computer) moesten spelen. In het spel konden ze geld verdienen, wanneer ze vals speelden (door te liegen) konden ze nog meer geld verdienen. Wij hebben ook een keer een dergelijk onderzoek gedaan en je staat er versteld van hoe makkelijk mensen vals spelen. Maar teddyberen bieden een uitkomst! Uit het onderzoek bleek dat het aantal valsspelers in de 'teddyberen groep' 20% minder vaak vals speelde dan de controle groep. Teddy beren maken van ons dus een beter mens, maar hoe?

Priming
Waar denk jij aan als je aan teddyberen denkt? Grote kans dat je ze associeert met kinderen. De onderzoekers denken dan ook dat de manipulatie met teddyberen bij de proefpersonen het concept "kinderen" heeft geactiveerd. In een woordentaak bleken deelnemers die geprimed waren met teddyberen ook sneller in het invullen van woorden als “onschuld”. Waarschijnlijk hoeft dit niet alleen met teddyberen te werken, maar ook met een speelgoedauto of speen bijvoorbeeld. Dus zou het nu slim zijn om morgen allemaal onze teddybeer mee naar kantoor te nemen?

In de praktijk
In het filmpje dat ik hieronder heb geplaatst vraagt de interviewer aan de onderzoeker wat we nu in ‘the real life’ kunnen met deze bevindingen: moeten we overal teddyberen gaan plaatsen? De onderzoeker legt uit dat ze ook nog een correlationeel onderzoek (samenhang tussen variabelen) hebben gedaan. In een enorme database vonden ze samenhang tussen de aanwezigheid van kinderdagverblijven (prime met kinderen) en het gedrag van bedrijven. Bedrijven waarbij zich vijf of meer kinderdagverblijven in een straal van 2 mijl bevinden geven meer aan goede doelen. Ze hebben daarbij vanzelfsprekend rekening gehouden met alle mogelijke storende variabelen, bijvoorbeeld: grootte, leeftijd en bevolkingsdichtheid. Dat is interessant, maar nog geen toepassing die wij kunnen gebruiken. Hoewel ze het nog niet specifiek met andere variabelen hebben onderzocht, noemde de onderzoeker nog wel een interessante manier. Het lettertype Comic Sans wordt volgens haar vaak geassocieerd met kinderen. Als idee noemde ze dus om dat lettertype te gebruiken (in een mail/uitnodiging/notitie) als je wil dat mensen meer prosociaal reageren. Leuk om een keer een experimentje mee te doen!

Hieronder heb ik het filmpje van het interview met de onderzoeker geplaatst.


maandag 28 november 2011

Wat vind jij van deze spotjes?

De Zweedse Belastingdienst heeft een aantal jaar geleden filmpjes gemaakt om de burger duidelijk te maken wat het eigenlijk betekent om (geen) belasting te betalen. Hieronder hebben we twee spotjes geplaatst. We zijn benieuwd wat jullie van deze spotjes vinden, spreken ze aan of juist niet en waarom? Je kunt een berichtje achterlaten op deze blog, via twitter @0therweyes of een mailtje sturen naar info@otherweyes.nl. We zijn benieuwd!


Filmpje 1: Or you can pay tax




Filmpje 2: Imagine if only honest tax payers could use public services



maandag 21 november 2011

Facebook en grijze materie: een logische combinatie

Inmiddels ben ik gebruiker van Linkedin, Twitter en Facebook. Ik geef toe; slaaf geworden van de sociale media. Soms ben ik wel eens ‘sociale-media-moe’, maar desondanks word ik altijd weer willoos aangetrokken tot de mogelijkheden van sociale media. Vooral Facebook bevredigt mijn nieuwsgierigheid; eindelijk een ongegeneerd kijkje in andermans leven (ook in de levens van mensen die ik helemaal niet zo veel zie). 

Van de week kwam ik erachter dat Facebook niet enkel invloed heeft op mijn nieuwsgierige aanleg, maar ook op mijn hersenen. Uit onderzoek van de Universiteit Londen is gebleken dat het aantal Facebook vrienden voorspelt hoeveel grijze materie we in bepaalde gebieden van ons brein hebben. Vreemd idee toch?

Hoe meer Facebook vrienden we hebben, hoe meer grijze materie we in de amygdala, de rechter superieure temporale sulcus, linker midden temporale gyrus en de entorhinal cortex hebben (wat een namen…). De laatste drie hersengebieden worden geassocieerd met de grootte van online sociale netwerken. Maar de amygdala wordt naast online netwerken, ook geassocieerd met offline – real life - netwerken. Helaas konden ze geen oorzaak-gevolg aantonen waardoor het onbekend is of hoeveelheid Facebook vrienden voor veranderingen in je hersenen zorgt, of dat een bepaalde hersenstructuur voor een bepaalde hoeveelheid Facebook vrienden zorgt.

Tenslotte vonden ze geen samenhang in de relatie tussen netwerk vaardigheden en het aantal Facebook vrienden. Het is dus niet zo dat je ineens stukken beter bent in netwerken, wanneer je een enorme lijst vrienden op Facebook hebt. Bummer! Dat was namelijk nog eens een goede netwerk tip geweest…

maandag 14 november 2011

Verliefdheid is een illusie...

Dacht je dat je verliefd werd omdat je eindelijk je soulmate had ontmoet? Welnee! Angst en lichamelijke opwinding, dat is waar verliefdheid om draait.

Een groep stoere mannen werd gevraagd proefpersoon te zijn, waarbij ze een stabiele betonnen brug moesten bewandelen óf een wiebelende touwbrug. En om het extra eng te maken, hingen de bruggen boven een ravijn (experiment draaide in Canada, dus het was niet bepaald een lullig ravijn…).

Een spannend eind
Aan het einde van elke brug stond telkens dezelfde vrouw (mannen namen individueel deel aan het onderzoek). Aan de mannen de opdracht de burg over te steken om bij de vrouw te geraken. Dat lieten de Canadese mannen zich geen twee keer zeggen, en vol goede moed staken ze over. Eenmaal aangekomen liet de vrouw een aantal plaatjes aan de mannen zien, waarover ze een aantal vragen stelde. Aan het eind van het onderzoek gaf ze de mannen haar telefoonnummer voor als er eventueel nog vragen zouden zijn over het onderzoek.

Lichamelijke opwinding
Wat bleek? De mannen die over de wiebelende touwbrug hadden gelopen, beantwoorden de vragen veel vaker met seksueel getinte antwoorden en zochten vaker telefonisch contact met de vrouw. De verklaring: door een wiebelende brug over te steken, ervoeren de proefpersonen lichamelijke opwinding (verhoogde hartslag, transpiratie enz.). Deze lichamelijke opwinding associeerden ze met de vrouw aan het einde van de brug en niet met de wiebelende brug zelf. Onterecht dachten de mannen dat ze opgewonden raakten van de vrouw, terwijl in werkelijkheid de brug de oorzaak van hun gevoelens was.

Mocht je dus binnenkort een date hebben: ga parachutespringen, bungeejumpen of boom klimmen. Alles, als het maar spanning oproept!

donderdag 10 november 2011

Kijk jij ook omhoog als je nadenkt?

Je hebt er misschien nooit op gelet, maar als je hard moet nadenken doe je iets aparts. Je sluit bijvoorbeeld even je ogen of kijkt omhoog alsof het antwoord daar geschreven staat. Herken je het? Je doet het in ieder geval niet zomaar.

Wat gebeurde er in het filmpje?

In oktober van dit jaar verscheen een artikel over dit onderwerp. In het onderzoek bekeken de deelnemers een behoorlijk gewelddadige scene uit een dramaserie te zien. Na een simpele tussen taak van 5 minuten moesten ze vragen beantwoorden over wat ze gezien en gehoord hadden. Er waren vier condities in de onderzoek, een groep keek naar een uitgeschakeld computerscherm (weinig te zien), de tweede groep werd gevraagd de vragen te beantwoorden met gesloten ogen, de derde groep keek naar een computerscherm waarop Hebreeuwse (voor de deelnemers onbekende) woorden getoond werden en de vierde groep kreeg Hebreeuwse woorden te horen. De vraag is nu in welke conditie de deelnemers de vragen het beste konden beantwoorden.

Afleiding
De groep die de meeste antwoorden goed had, was de groep die naar het uitgeschakelde scherm keken. Daarbij kwam naar voren dat de groep die woorden te zien kreeg bij het beantwoorden van de vragen, zich minder visuele details uit het filmpje konden herinneren. De groep die woorden hoorde, wist juist niet meer goed wat ze gehoord hadden in het filmpje. Het lijkt er dus op dat ons automatische wegkijken zeer functioneel is.

Het nu van gesloten ogen
Wanneer we met onze ogen open hebben is het visuele gedeelte van ons brein actief. Onze ogen sturen allerlei beelden naar ons brein om te verwerken. Wanneer je een moeilijke vraag moet beantwoorden, heb je de capaciteit van je brein hard nodig. Om je brein wat meer ruimte te geven sluit je (onbewust) je ogen. Dus doe je mee aan een spelletje, schaam je niet om je ogen te sluiten, je geeft je brein zo de kans informatie op te halen en je vergroot je kans om te winnen!

woensdag 2 november 2011

Juist te laat komen, omdat je een boete krijgt?

We komen allemaal weleens te laat. Soms door onze eigen schuld, soms door de omgeving. Of eigenlijk: als we zelf te laat komen, komt het door de omgeving (lekke band) en als een ander te laat komt is het zijn eigen schuld (te laat vertrokken). Hoe dan ook, te laat komen is vervelend. Op kinderdagverblijven heeft met veel last van te laat komende ouders. Vooral bij het ophalen is dit een probleem, want het personeel van het kinderdagverblijf moet hierdoor overwerken (of het kind in de steek laten, maar dat kan natuurlijk ook niet). Om dit gedrag aan te pakken, hebben de kinderdagverblijven een aantal jaren geleden besloten om boetes in te voeren. Hoe werkt dit?

Motivatie om op tijd te komen
Het is ongewenst om te laat te komen. De ouder die te laat vertrokken is van het werk en oververhit een huilend kind en een zuur kijkende leidster aantreft, is vast niet trots op zijn of haar gedrag. Mijn ouders zeiden altijd: als je maar wil, dan kan het. Nu geldt dat natuurlijk niet voor alles, maar in dit geval gaat die vlieger toch wel op: als je echt op tijd wil komen, vertrek je ruim op tijd. Motivatie speelt hierbij een belangrijke rol. De Self-Determination Theory onderscheidt twee soorten motivatie: intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie betekent dat men gemotiveerd wordt intrinsieke factoren (bv. het is fijn om te doen of sluit aan bij wie diegene is). Extrinsieke motivatie heb je omdat er een bijkomend gewenst of juist ongewenst resultaat is als je iets doet. Intrinsieke motivatie is sterk, maar kan vervangen worden door extrinsieke motivatie. Het invoeren van een boete is een vorm van een extrinsieke prikkel, die de intrinsieke motivatie van de troon kan stoten.


Experiment op kinderdagverblijven
Tien jaar geleden deden Israëlische wetenschappers een experiment op tien kinderdagverblijven gedurende twintig weken. In de eerste vier weken telden de onderzoekers het aantal ouders dat meer dan tien minuten te laat hun kinderen ophaalden. Ouders bleken met regelmaat te laat te komen, gemiddeld ongeveer tien ouders per week. In de vijfde week werd bij de helft van de kinderdagverblijven een boete van 4 euro (20 NSI) geïntroduceerd. Vanuit een bewust/economisch perspectief zou je verwachten: Zonde van het geld, dus ik kom op tijd. De ouders in het onderzoek bleken echter anders te reageren. De boete had als effect dat de ouders juist vaker te laat kwamen! Het aantal laatkomers verdubbelde zelfs (gemiddeld 20 laatkomers per week). In de vierde week na het invoeren van de boete werd het aantal laatkomers stabiel, maar bleef hoger dan voordat de boete ingevoerd was.  

Hoe verklaren we dit?
Dit averechtse effect van de boete is te verklaren doordat de ouders zich in de oude situatie waarschijnlijk toch wel schuldig voelden over het te laat komen. Door de invoering van de boete werd ze de mogelijkheid geboden om dit schuldgevoel ‘af te kopen’. De motivatie werd hierdoor verlegd van intrinsiek (ik vind het belangrijk om mijn kind op tijd op te halen) naar extrinsiek (het kost maar een paar euro om te laat te komen). Een zeer hoge boete kan dan wel een positief effect hebben, dan is de rekensom ook snel gemaakt. In 2008 hebben een aantal Nederlandse kinderdagverblijven ingevoerd dat laatkomende ouders na twee waarschuwingen een boete van 75 euro kregen en elke keer te laat komen kostte nog 25 euro. De resultaten hiervan heb ik online niet kunnen vinden, dus als iemand weet wat het effect hiervan is geweest? Vertel!

maandag 31 oktober 2011

Een slimme vrouw, blijft haar eigen naam trouw!

Vroeger was het niet eens een vraag, maar nu is het minder vanzelfsprekend dat de vrouw de naam van haar man aanneemt. Nog steeds neemt 75% de naam van haar man aan. Laatst vertelde iemand dat ze de naam van haar man had aangenomen, omdat ze een weddenschap had verloren…een hele dure weddenschap zal ik je vertellen!

Stereotypering getrouwde vrouw
Uit eerder, voornamelijk Amerikaans, onderzoek bleek dat men vrouwen die de naam van hun man hebben overgenomen associeert met woorden als: traditioneel, moeder, familie en laag opleidingsniveau. Nederlandse onderzoekers* waren benieuwd of deze associaties ook leiden tot stereotypering van Nederlandse vrouwen die de naam van hun man hebben overgenomen. In een eerste studie hoorden deelnemers dat ze uitgenodigd waren voor een feest van het getrouwde stel Peter en Helga Kuipers (zijn achternaam). In de andere conditie werd het stel beschreven als Peter Bosboom en Helga Kuipers, waardoor duidelijk werd dat zij haar eigen naam had gehouden. De deelnemers beoordeelden Helga Kuipers meer verzorgend en emotioneel, afhankelijker, minder intelligent en competent, wanneer Kuipers de naam was die zij van haar man had overgenomen dan wanneer zij haar eigen naam had gehouden. 




Uitgebreide vergelijking
Om na te gaan of dit echt samenhangt met de naam van de partner, deden de onderzoekers een vervolgstudie. Deelnemers werd gevraagd een indruk te vormen van een persoon in een verhaal. Dit verhaal was zo beschreven dat de deelnemers (onbewust) op zoek zouden gaan naar extra informatie om het gedrag te verklaren. De enige beschikbare informatie in dit verhaal, was de naam van de hoofdpersoon. Het verschil in oordeel is dan dus te wijten aan de naam. De onderzoekers vergeleken de beoordelingen van het verhaal over  een man, een vrouw zonder achternaam, een vrouw met haar eigen naam, een vrouw met haar mans naam, een vrouw met zowel haar mans naam als haar eigen naam en een vrouw die niet getrouwd is maar wel samenwoont. Uit de resultaten bleek dat ook hier de stereotypes een rol speelden. De vrouw met de naam van haar partner (ook in combinatie met haar eigen naam) werd afhankelijker, minder intelligent en minder ambitieus ingeschat dan de rest.

Wat kost dat?
Dat het overnemen van de naam van de man niet zonder gevolgen is, blijkt wel uit de laatste studie. Deelnemers moesten een sollicitatiebrief beoordelen en daar vragen over beantwoorden, een van die vragen was het potentiële salaris per maand te beoordelen (open vraag). Ook hier bleek dat de vrouw met de naam van haar man afhankelijker, minder ambitieus en intelligent werd beoordeeld. De kans dat ze aangenomen zou worden, werd lager ingeschat en ook het salaris was beduidend lager. Een verschil van 861 euro per maand maar liefst! Natuurlijk is dit een schatting van een groep onderzoeksdeelnemers (studenten) en kan je dit niet zo naar de praktijk verklaren, maar reken eens uit. Stel, je bent 10 jaar getrouwd: 10 x 12 x €861 = €103.320! Een prijzige weddenschap om te verliezen als je het mij vraagt...



*Belangrijk om hierbij te vermelden is dat een van de onderzoekers de (inmiddels beruchte) Diederik Stapel is. Waarschijnlijk wordt dit onderzoek momenteel ook nader onderzocht door de onderzoekscommissie. Dit laat maar weer eens zien wat de impact is van de ‘Stapel gate’...

donderdag 27 oktober 2011

Ben jij een supertasker? Test het zelf!

Tot op heden verkeerde ik in de illusie dat alleen mannen niet konden multi-tasken en dat vrouwen dat juist wel kunnen. Dit blijkt echter een volkswijsheid die niet door onderzoek ondersteund wordt. Multi-tasken is voor ons brein een enorme opgave, die ook slechts door een enkeling met succes wordt volbracht. Of jij diegene bent? In deze blog een testje.

Beperkte cognitieve capaciteit
Eigenlijk is het wel logisch dat we niet in staat zijn meerdere taken tegelijkertijd te volbrengen. Zoals we   al vaker stelden, hebben we nou eenmaal een beperkte cognitieve capaciteit. Uit onderzoek is dan ook gebleken dat het niet mogelijk is twee taken tegelijk te doen zonder dat we de ene taak minder goed doen dan de andere. Waarom denken we dan toch dat we kunnen multitasken? We doen het in de praktijk met regelmaat, we werken terwijl we muziek luisteren, voeren een gesprek terwijl we fietsen en bellen tijdens het autorijden. We merken het bewust niet op, maar het blijkt dat ons brein zich afwisselend richt op de ene en vervolgens op de andere taak.

Bellen en autorijden
Al eerder schreef ik een blog met als titel: 'Waarom bellen achter het stuur zo gevaarlijk is" (http://bit.ly/u8SicF). Hands-free is hierbij niet beter dan hand-held bellen. Uit een onderzoek in Utah komt ditzelfde effect naar voren. In een simulator moesten studenten twee taken tegelijk doen: bellen en rijden. Slechts een schrikbarend klein percentage van 2.5% bleek dit probleemloos te kunnen combineren. De rijvaardigheid van de rest daalde maar liefst met 20 tot 30 procent! De onderzoekers noemen deze 2.5% zogenaamde ‘supertaskers’ en stellen dat we niet moeten denken dat de kans groot is dat wij juist de personen zijn die deze 'super' kwaliteiten bezitten...

Zelf ervaren hoe lastig het kan zijn
Om je te laten ervaren hoe lastig het kan zijn, heb ik hiernaast een versie van de ‘Stroop task’ geplaatst. Deze taak wordt veel gebruikt in psychologisch onderzoek. Lees eerst hardop de kleuren van de kruisjes aan de linkerkant voor, dus bij de eerste rij: “blauw” en “geel”. Doe ditzelfde vervolgens met de woorden aan de rechterkant, bij de eerste rij: “geel” en “blauw”. Als je het verschil hard wil maken, kun je de tijd opnemen met een stopwatch.



Lastig he? Je ziet hier dat de ene taak, kleur herkennen, ten koste gaat van de andere taak: het lezen van het woord. Je kunt je nu misschien voorstellen hoe lastig het is om goed te blijven rijden, terwijl je aan het bellen bent…

maandag 24 oktober 2011

Waarom helpen we wel of niet?

Stel je loopt op station Utrecht Centraal en je ziet iemand op de grond liggen. Het is duidelijk dat diegene zich niet goed voelt. Wat doe jij? Als je sociaal wenselijk zou antwoorden, zou je waarschijnlijk zeggen: helpen, meteen! Geloof mij, in de praktijk zal je dat niet altijd doen… Onbewust stel je jezelf een aantal vragen, die bepalen of je in actie komt.

Wie ligt er op de grond?
Ken je diegene misschien? Op Utrecht Centraal lopen wij elke ochtend langs een meneer die kranten verkoopt en met een grote glimlach zegt: “Mooie mensen, mooie dag!”. Ik weet zeker dat als hij ineens op de grond zou liggen dat bijna iedereen die daar met regelmaat langs komt, naar hem toe zou gaan. Hij is altijd vrolijk en staat daar altijd, dus dan moet er wel iets aan de hand zijn. Als je hebt geconcludeerd dat diegene een onbekende is, dan scan je hoe diegene eruit ziet. Is het een man in pak, een oudere dame of een smoezelig type met gescheurde kleding? Je hebt meteen je oordeel klaar... 

Waarom ligt diegene daar?
Ligt haar tas open naast haar of staat er een blikje euroshopper bier? Is er een zichtbare wond? In het eerste geval denk je misschien aan een beroving, bij de tweede aan een zwerver die zijn roes uit slaapt en bij de derde heb je vast te maken met iemand die gevallen of geslagen is. Het blijkt dat we onbewust een afweging maken of diegene daar ligt door zijn of haar eigen schuld of dat het diegene overkomen is. Als we de attributie intern leggen, zijn we minder geneigd te helpen. Het blikje bier kan een teken zijn dat iemand deze situatie aan zichzelf te danken heeft en dus lopen we door…

Wat doen anderen?
Een volgend belangrijk onderdeel is de vraag wat anderen doen.  Vooral wanneer er meerdere mensen langslopen, is er sprake van diffusion of responsibility, zoals al eerder beschreven in de blog over Kitty Genovese (http://bit.ly/nTKIPE). “Anderen zullen wel actie ondernemen” of “Als anderen ook niets doen, zal er wel niets aan de hand zijn”. Als jij echter de enige bent die op dat moment langs loopt, dan is het duidelijk dat jij verantwoordelijk bent om een besluit te nemen wel of niet in actie te komen.


donderdag 20 oktober 2011

Ken je het naam-letter effect?

Je naam en je identiteit zijn sterk met elkaar verbonden. Uit onderzoek blijkt zelfs dat je zelfvertrouwen af te leiden is aan de waarde die je aan de letters van je naam hecht. We streven naar een positief zelfbeeld en zijn onbewust positiever over de letters uit onze eigen naam. Dit betekent dat ik dus positiever ben over de A, E, I, K, L, N, S, U, Z, dan over de andere letters van het alfabet.  In de wetenschap noemen we dit het naam-letter effect, de letters uit iemands naam hebben een voorspellende waarde wat betreft de attitudes die mensen hebben. Waar uit zich dit in?

Waar woon je?
Je gaat het misschien niet geloven, maar woonplaats en naam lijken samen te hangen. Uit een onderzoek naar het voorkomen van bepaalde voornamen in Amerikaanse plaatsen sinds 1900 kwam een interessant effect naar voren: er zijn beduidend meer Jacks in Jacksonville en meer Mildreds in Milwaukee. Dat er meer Virginia’s in Virginia zijn kan samenhangen met de keus van sommige ouders om de plaats van verwekking als naam te gebruiken (mijn keus zou het niet zijn..). Maar ook in de achternaam die we niet kunnen kiezen, kwam dit effect naar voren. In Florida woonden significant vaker mensen met een achternaam met een F en achternamen in Californie beginnen vaker met Cali. Mijn voornaam wordt vaak met een S geschreven, terwijl dit met Z moet. Van kleins af aan is die Z dus een deel van mijn identiteit, mijn paraaf is ook niet LL, maar LZ. En waar woon ik? In Zutphen…

George de geoloog…
Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het naam-letter effect. Hieruit bleek bijvoorbeeld dat mensen met een Hardware store vaker een initiaal hebben met een H (80%) dan een R en mensen met een Roofing company vaker een R (70%) dan een H. Mannen met een naam die begint met een G, Ge of Geo bleken vaker geoloog te zijn dan mannen met een controle naam. Vrouwelijke tandartsen bleken significant vaker een naam te hebben die met ‘Den’(tist) begint (bv. Denise). Verder vonden onderzoekers een voorkeur voor bepaalde merken die met dezelfde letter beginnen als de naam. Noa is positieve over Nike dan Wendy, en Peter is minder positief over Honda dan Hendrik. Naast voorkeuren blijken de letters van je naam ook daadwerkelijk effect te hebben op gedrag. In een experiment bleken deelnemer uit een aantal onbekende merken (thee of snoep) te kiezen voor het merk dat met dezelfde letter begon als hun naam. Tijdens de verkiezingscampagne in Amerika in 2000 bleken mensen wiens achternaam begon met een B eerder geneigd om een financiële bijdrage te leveren aan de campagne van Bush en mensen met een achternaam met een G waren juist meer geneigd Gore te steunen.

Verjaardagseffect     
En het gaat nog verder. Naast het naam-lettereffect bestaat er ook een zogenaamd birthday-effect. Onze geboortedatum blijkt effect te hebben op onze attitudes en bijbehorend gedrag. In een onderzoek manipuleerden de onderzoekers de geboortedatum van de tegenspeler en wat bleek? Mensen zijn aardiger  en spelen coöperatiever een spel met een onbekende die dezelfde geboortedatum blijkt te hebben. Wie is er nog meer jarig vandaag? We vinden elkaar vast heel aardig ;-)

maandag 17 oktober 2011

Pas op: als je nadenkt, ga je meer eten!

Het grootste nadeel van een kantoorbaan vind ik dat je de hele dag zit, op een wandelingetje naar de koffieautomaat of een volgende afspraak na, zit je maar te zitten. Voorheen werkte ik 30 uur per week in de horeca, sporten vond ik  dus echt niet nodig. Om geen dikke stijve hark te worden, is het nu toch wel noodzakelijk. Maar nu las ik ook nog een onderzoek dat er nog een nadeel is aan mijn huidige werk: ik denk teveel na…

Nadenken
Uit Canadees onderzoek is gebleken dat mensen die nadenken meer eten dan mensen die niet nadenken. In een onderzoek kregen deelnemers drie verschillende opdrachten. De eerste opdracht was prettig, ze hoefden niets te doen en mochten lekker relaxen. De tweede opdracht was minder prettig, ze moesten een tekst lezen en daar vervolgens een samenvatting van maken. Deelnemers in de derde groep hadden pas echt pech: zij moesten ingewikkelde taken uitvoeren, waarbij ze hun hersenen flink moesten laten kraken. De volgorde was willekeurig en verspreid over verschillende dagen. Na afloop van de taak stond voor de deelnemers een buffet klaar waarvan ze een half uur lang mochten eten wat ze wilden. De eerste groep die lekker gerelaxt had bleek beduidend minder voedsel tot zich te nemen dan de groep die moesten nadenken. Het verschil met de groep die een tekst moest samenvatten was ongeveer 200 calorieën en met de ‘heavy thinkers’ 250 calorieën. Dat is toch al gauw het verschil tussen wel of geen mars eten…

Lichamelijke reacties
In alle condities zaten de deelnemers op een stoel en werd hun hartslag, bloeddruk en hormoonlevels gemeten. De deelnemers in de nadenk condities bleken hogere cortisol levels en meer variatie in glucose en insuline te hebben wat wijst op meer stress. Dit leidt volgens dit onderzoek tot meer directe voedselinname. Hoewel dit onderzoek bij een zeer kleine groep is afgenomen (14 vrouwen, withinsubject), neem ik toch het zekere voor het onzekere… Ik stop meteen met nadenken en ga even de benen strekken!

donderdag 13 oktober 2011

Onze oogjes verspreiden zich!



Ineens waren ze daar...onze oogjes! Vanuit de trein van Den Haag naar Rotterdam zagen onze Other[w]eyes oogjes op drie flatgebouwen. Het duurde even voordat we achterhaald hadden waarom die gebouwen ineens ogen hadden. We ontdekten dat niet alleen de flatgebouwen oogjes hadden gekregen, het zijn er nog veel meer: 10.000 paar maar liefst!


10.000 eyes
In een wijk in Rotterdam, het potlood genoemd vanwege haar vorm, heeft men het project 10.000 eyes gestart. Het project heeft als doel Rotterdam Delfshaven veiliger te maken doordat iedereen zijn ogen gebruikt. Het project is een initiatief van de gemeente, de politie en winkeliers. De ogen staan symbool voor het op elkaar letten door buurtbewoners en winkeliers. Overal zijn de ogen opgeplakt, niet alleen op de opvallende flatgebouwen, maar ook op trams, op de stoep en op afvalbakken. Het project is in september gestart en duurt nog tot het eind van het jaar.


Een foutje in de campagne
De campagne is ludiek en zal zeker aandacht trekken. Of het daadwerkelijk tot gedragsverandering (meer oplettendheid met als gevolg meer veiligheid) leidt, valt nog te bezien. Wel is er bij het plakken van de oogjes een foutje gemaakt. In onderstaand filmpje ontdekte ik dat er ook oogjes geplakt zijn op een elektriciteitskastje waarop duidelijk staat: "Verboden aan te plakken" (zie seconde 0:14 in het filmpje). Zoals ik in de blog van 22 augustus (http://bit.ly/oTRjcn) beschreef, heeft dit breken van de norm mogelijk een negatief effect. Dit noemt men de 'broken window theory': wanneer mensen namelijk zien dat anderen geboden hebben genegeerd, kan dit ertoe leiden dat zij dit gedrag volgen. En laat het breken van geboden nou net zijn wat het project met deze campagne wil voorkomen!


dinsdag 11 oktober 2011

Een wel heel vreemde reclame

We blijven graag op de hoogte van het werk van soortgelijke bureau's als Other[w]eyes. Ook reclamebureau's houden we in de gaten (we offeren ons geheel belangenloos op om al die saaie sites te bekijken ;). Maar soms kom je wel hele rare filmpjes tegen... In hoeverre zie jij hier de humor van in? En in hoeverre denk je dat het een effectieve reclame is?

donderdag 6 oktober 2011

Winnaars van de schunnige nobelprijs…


Wist je dat er een nobelprijs is voor lachwekkende onderzoeken? Ik had er zelf ook nog nooit van gehoord. Van de nobelprijs natuurlijk wel, deze prijs krijgen mensen die iets heel bijzonders bijgedragen hebben aan de wereld; auteurs aan de literatuur, politici aan de vrede of onderzoekers aan de wetenschap. De IG nobelprijs daarentegen wordt ook wel een parodie op de echte nobelprijs genoemd…

Schunnig onderzoek
De naam van de IG nobelprijs komt uit het Engelse “ignoble” wat in het Nederlands vertaald kan worden als “schunnig”. Het gaat dan ook om onderzoek dat mensen aan het lachen maakt, maar tegelijkertijd ook aan het denken zet… Om je een indruk te geven heb ik hier een aantal winnaars uit het verleden op een rijtje gezet:

In 1994 won een voormalig premier van Singapore de prijs nadat hij dertig jaar lang de effecten had bestudeerd van het straffen van de drie miljoen inwoners wanneer zij spuugden, kauwgom kauwde of duiven voerden.

In 1999 kregen twee Canadese statistici de prijs voor hun onderzoek naar het verband tussen lengte, penisgrootte en schoenmaat.

In 2002 won een Spanjaard de prijs voor het uitvinden van een wasmachine waarin je katten en honden kunt wassen.

In 2006 wonnen twee Nederlanders de prijs voor het aantonen dat de vrouwelijke malariamug even sterk aangetrokken worden door de geur van Limburgse kaas als de geur van zweetvoeten.

In 2009 won de uitvinder van de gasmasker-beha. De onderzoeker bestudeerde de effecten van de Tsjernobyl-ramp en constateerde dat gemakkelijk bereikbare gasmaskers levensreddend hadden kunnen zijn: "Met deze beha heb je altijd een gasmasker bij de hand, voor jezelf en voor een vriend/vriendin".


Het nut van een volle blaas
Tja, het zijn echt serieus uitgevoerde onderzoeken! Net als het onderzoek van een van de winnaars van dit jaar. Over dit onderzoek schreef ik in maart van dit jaar (lees het na op http://bit.ly/qPGmWA ) nog een blog. Als je een volle blaas hebt en je best doet om je plas op te houden blijk je beter je impulsiviteit in te kunnen houden. Een onderzoek over plassen, in eerste instantie misschien moet lachwekkend, maar bij nader inzien zet het je wel aan het denken… Ken je nog andere flauwe of lachwekkende onderzoeken, post ze hieronder!

dinsdag 4 oktober 2011

Wat vind jij van ons nieuwe design?

 













Binnenkort is het zover: dan worden onze auto's eindelijk gestickerd (we kunnen niet wachten)! Inmiddels is er een nieuw ontwerp, en wij horen van jullie graag zoveel mogelijk tips, feedback en opmerkingen :) Dus schroom vooral niet een opmerking achter te laten of een mailtje te sturen (info@otherweyes.nl).

donderdag 29 september 2011

Doneren = schuldgevoel afkopen?

Jaren geleden –zeg maar gerust 13 jaar geleden- werd ik tijdens een dagje winkelen aangesproken door zo’n gladde goededoelenjongen. Of we donor wilden worden van het wereld natuur fonds. Jong als ik was, zei ik vrijwel meteen ja. En nog steeds ben ik lid. Niet dat ik zo’n enorme moraalridder ben. In tegendeel, soms voelt het alsof ik mijn schuldgevoel afkoop. Puur egoïsme dus, dat doneren…

Doneren door te slapen
Ik werd dan ook meteen getrokken door een nieuwsbericht dat ik in de telegraaf las (ja, het is vreselijk: ik lees de telegraaf en vind het heerlijk). De kop van het nieuwsbericht was als volgt “doneren door te slapen”. Klinkt goed toch?

En het is ook nog eens vreselijk simpel. Je koopt een applicatie voor je telefoon die eruit ziet als een simpele wekker (voor iedereen die interesse heeft, de applicatie heet snooze). De wekker kent de standaard functies van het uitzetten van de wekker en snoozen. Maar in plaats van snoozen zonder consequenties, doneer je nu €0,25 bij elke tien minuten snoozen. En die €0,25 kan je natuurlijk gestolen worden wanneer je heerlijk in je warme bedje ligt. Deze manier van doneren zou dus nog wel eens heel succesvol kunnen worden…

Wat zit erachter?
Een geheel ander onderzoek geeft ons wat meer inzicht in de achterliggende mechanismen. Twee onderzoekers -Gneezy en Rustichini- bekeken in 2002 wat de gevolgen waren van een boete wanneer ouders hun kinderen te laat ophaalden van het kinderdagverblijf. Het doel was hierbij ouders te stimuleren hun kinderen op tijd op te halen. Maar wat bleek: het aantal ouders dat hun kinderen te laat ophaalden steeg juist! De boete rechtvaardigde het te laat ophalen van de kinderen. We kunnen dus rustig stellen dat wij ons schuldgevoel liever afkopen dan het gewenste gedrag uit te voeren.

En dat is precies de reden dat de snooze applicatie succesvol kan gaan worden. Wie wil er nou niet zonder schuldgevoel te laat op zijn werk komen!

dinsdag 27 september 2011

Zelfhulp & jaloezie: wat moeten we zonder internet

Zat je eerst rustig te relaxen op de bank omdat je eindelijk een avond voor jezelf had, maar zit je nu ineens vol argwaan op de klok te kijken? Dan weet je: het is tijd voor een ‘jealousy test’.

Test het zelf
Heus, het bestaat echt! Toevallig stuitte ik onlangs op deze test: http://cl1.psychtests.com/take_test.php?idRegTest=2890 

En omdat ik de titel al lachwekkend genoeg vond (Jealousy Test (For Straight Men), besloot ik de test eens te ondergaan. Ook al was ik dan misschien geen hetero man. 

Inzicht in mezelf...
Mijn score? Een bescheiden 16 op een schaal van 100. Maar zoals je in de tekst hieronder kunt lezen, zegt dat eigenlijk helemaal niks. De score kan betekenen dat ik niet jaloers ben of dat ik wel jaloers ben maar mijn jaloezie onder controle heb. Kortom: meest onzinnige test ooit (maar gelukkig kan ik nog altijd betalen voor een ‘full report’, pfieuw…).

Vrouw / Man
En waarom hebben de makers de test specifiek toegespitst op hetero mannen? Ze wekken onterecht de schijn dat ze erover na hebben gedacht… Hoewel vroeger werd aangenomen dat mannen meer moeite hebben met fysieke ontrouw en vrouwen met emotionele ontrouw, blijken die verschillen in het echt nauwelijks aanwezig te zijn. Christine Harris bewees in een onderzoek dat er weinig verschil bestaat tussen mannen en vrouwen wanneer er wordt gekeken naar echte ontrouw in plaats van ingebeelde ontrouw. Beoordelen hoe je op eventuele ontrouw zou reageren, is dus lastig voor ons. We denken van te voren anders over bepaalde maten van ontrouw dan in de werkelijkheid. En laat de test nou enkel ingebeelde ontrouw meten… 

Zelfhulp
Maar misschien ben ik wel gewoon een heel sceptisch persoon en moet ik niet zo cynisch zijn over alle zelfhulp dingen op internet. Daarom als afsluiter een ‘how to handle jealousy’ : http://www.wikihow.com/Handle-Jealousy Mocht het je helpen, dan bied ik bij deze alvast mijn nederige excuses aan ;)

donderdag 22 september 2011

Ze smaken zoals ze kraken!

Afgelopen maandag beschreven we dat de kans bestaat dat je uit gewoonte een bak oude popcorn eet in de bioscoop. Blijft raar, je zou toch zeggen dat je dat merkt. Onze zintuigen vertellen ons of eten wel of niet meer goed is. Voordat je het proeft kan het zijn dat het er niet meer goed uit ziet, stinkt of dat de structuur niet goed voelt. Oude popcorn ziet er vaak nog normaal uit, ruikt normaal, maar als je er op bijt is het toch echt taai. Ik heb een aanvullende verklaring gevonden waarom we dit signaal in de bioscoop niet opmerken.

Het geluid van eten
Eigenlijk nooit over nagedacht, maar wat we eten heeft allemaal een eigen geluid. Een GrannySmith appel eten in het openbaar vind ik vaak wat ongemakkelijk, omdat iedereen duidelijk kan horen dat je een hap neemt en je vaak daarna een slurp geluidje moet maken om te voorkomen dat er appelsap langs je wang loopt. Een Frans stokbrood kraakt ook lekker en als een speculaasje niet meer kraakt dan lust ik het niet meer. Het geluid van de hap komt via twee routes bij je binnen. De eerste route gaat buitenom via de trillingen in de lucht die bij je oren binnenkomen en vervolgens verwerkt worden. De tweede ontstaat van binnen door de vibraties van je tanden en je kaken, via je schedel gaan die trillingen direct naar je binnenoor. Het geluid dat je via deze beide wegen te horen krijgt, beïnvloeden hoe het eten dat je eet klinkt.

Krrrrakend goede chips
Ook hier is onderzoek naar gedaan. In een experiment moesten deelnemers 90 chippies eten en beoordelen. Alle chippies kwamen uit dezelfde zak en waren dus even vers. De deelnemers hadden een koptelefoon op terwijl ze deze taak uitvoerden. Elke keer wanneer iemand in een chipje beet, maakte de koptelefoon de toonhoogte van het kraken de ene keer hoger en de andere keer lager. Dus de proefpersonen aten chips met allemaal hetzelfde kraakgeluid, maar voor hen klonk dat de ene keer doffer en de andere keer scherper. De proefpersonen bleken de chips alleen lekker te vinden wanneer het kraken scherper klonk. Logisch, want verse chips kraakt juist zo lekker. De feedback die ze kregen van hun andere zintuigen, smaak en mondgevoel, bleek in deze studie nauwelijks effect te hebben. 

Oude popcorn
Naast de gewoonte en het onnadenkend eten is dit mogelijk ook een verklaring voor het feit dat we zonder problemen een bak oude popcorn wegwerken. In de bioscoopzaal staat het geluid van de film hard aan waardoor je niet merkt hoe de popcorn ‘klinkt’. Voortaan de popcorn dus meteen even proeven en goed luisteren, en dan vervolgens inderdaad met je niet-dominante hand eten.. ;-)

This is TV man! Ze smaken zoals ze kraken...
Deze slogan kwam in me op bij het schrijven van deze blog en het duurde even voordat ik wist waar het ook alweer van was, maar ik heb het gevonden hoor. Even terug in de tijd: