donderdag 29 maart 2012

De doorzichtige bak wordt getest!

In de blog op 22 augustus jl. vroeg ik mij af of een doorzichtige bak bij kon dragen aan minder zwerfafval op straat. Gisteren bracht Twente Milieu een persbericht uit dat zij een pilot gaan doen met doorzichtige containers!


Citaat uit het persbericht:
“Deze container is gemaakt van transparant en hergebruikt kunststof. De container zal dus doorzichtig worden. Het doel hiervan is dat de inwoners beter afval gaan scheiden. Daarnaast kunnen de afvalinzamelaars ROVA en Twente Milieu de container laten staan indien er nog grondstoffen in zitten als papier, gft, plastic verpakkingsmateriaal, textiel, en glas.. Het betreft een eerste pilot waarvan de effecten gedurende 4 maanden worden gemeten..”



Sociale druk
Goed dat er zulke experimenten gedaan worden en we zijn erg benieuwd naar de resultaten! In het persbericht wordt met nadruk genoemd dat sociale druk het gedrag van mensen gaat beïnvloeden. Ik kan me zeker voorstellen dat sociale druk een rol speelt: als de buurman kan zien dat jij een lading batterijen in je doorzichtige container dumpt denk je er misschien nog wel een keertje extra over na. Ook kan sociale bewijskracht een positief effect hebben als de meerderheid zijn afval goed scheidt. Als het echter zo is dat mensen nu bij de meerderheid zien dat zij het afval ook niet netjes scheiden, kan leiden tot negatieve sociale bewijskracht en dus ook niet netjes scheiden. Dit wordt mogelijk opgevangen door het feit dat in de pilot de afvalophalers containers niet meenemen als zij zien dat er dingen in zitten die er niet in horen (als ik het persbericht goed begrijp).

Risico op gevoel van manipulatie
Los van het feit dat het interessant is welk effect de inzet van technieken op het gedrag van mensen heeft, is er in het persbericht ook een interventie gedaan die de resultaten mogelijk kan verstoren. In het persbericht wordt benadrukt dat door sociale druk het afval beter gescheiden wordt. Dit heeft als risico dat mensen niet meer hun natuurlijk gedrag als reactie op de interventie vertonen, maar zich bewust zijn van het feit dat hun gedrag geobserveerd wordt in de pilot. Dit kan als gevolg hebben dat zij het gevoel hebben dat ze gemanipuleerd worden en weerstand krijgen. Het risico is bijvoorbeeld dat er een boemerang effect optreed: mensen gaan bijvoorbeeld extra hun best doen om niet-restafval in zakken te stoppen zodat de ophalers het nog niet kunnen zien. De andere kant op kan ook: de resultaten worden vertekend positief. De pilot kan als effect hebben dat mensen extra hun best gaan doen, omdat ze weten dat hun gedrag geobserveerd wordt. Als de doorzichtige containers na de pilot ‘normaal’ ingevoerd worden, kan het effect wel eens minder positief zijn.

Als de onderzoekers hier het natuurlijke gedrag van de bewoners hadden willen observeren, hadden ze beter niet kunnen communiceren dat sociale druk een rol speelt. Dat weten we namelijk ook niet zeker en is een van de mogelijke verklaringen voor het gedrag. Desondanks blijven we benieuwd naar de uitkomsten van dit onderzoek!

dinsdag 27 maart 2012

Waarom het niet lukt als anderen kijken...

Een kennis vertelde laatst dat hij camera’s heeft opgehangen om zijn personeel in de gaten te houden. Het personeel is hiervan op de hoogte, maar is er natuurlijk niet blij mee. Behalve dat zij het gevoel krijgen dat ze niet vertrouwd worden, kan het ook een negatief effect hebben op hun prestaties. Je herkent het vast wel: iets lukt je wel als je alleen bent, maar gaat faliekant mis als anderen toekijken. De theorie van sociale facilitatie speelt hierbij een belangrijke rol en verklaart ook waarom bijvoorbeeld penalty’s regelmatig gemist worden.

Het begon met kakkerlakken…

Het onderzoek naar sociale facilitatie begon met een experiment met kakkerlakken in 1965. De kakkerlakken moesten van een verlichte doos (daar wilden ze snel weg) naar een donkere doos. De onderzoekers hadden heel creatief kakkerlak-toeschouwers geregeld om te bekijken wat het effect is van toeschouwers op de prestatie. Achter plexiglas keken de kakkerlak-toeschouwers naar hun soortgenoten in het doolhof. En wat bleek: het eenvoudige doolhof (linker plaatje) doorliepen de kakkerlakken sneller met publiek dan zonder. Het complexe doolhof (rechter plaatje) duurde echter juist langer wanneer het publiek toekeek. Niet alleen kakkerlakken vertonen dit effect, ook voetballers op de penalty stip en skiërs op een drukke piste. Simpele taken die goed aangeleerd zijn, voer je beter uit als andere naar je kijken. Wanneer je echter iets niet helemaal beheerst en anderen kijken toe, ga je faliekant de mist in. Hoe verklaren we dat nou weer?

Afleiding en angst voor het oordeel van anderen
De aanwezigheid van anderen verhoogt de ‘arousel’ (opwinding). Dit zorgt ervoor dat de dominante respons op een bepaalde stimulus versterkt wordt. Bij een simpele taak is onze dominante respons vaak goed, maar bij een complexe taak juist niet. De eerste factor die dit verklaart is een hele logische: afleiding. Iets wat we niet automatisch goed doen kost ons capaciteit, de aanwezigheid van anderen leidt ons daarbij af. Een andere verklaring ligt in het oordeel van anderen. Als anderen naar je kijken, heb je snel het gevoel dat je beoordeeld wordt. Om die reden vinden veel mensen het ook zo spannend om een presentatie voor een groep te geven. De voetballer bij de penaltystip weet dat hij op dat moment beoordeeld wordt, hij wil goed presteren, daar zal het niet aan liggen. Maar deze beoordelende blikken kunnen ervoor zorgen dat hij niet meer goed presteert. Als je ergens goed in bent, heb je er minder capaciteit voor nodig, dus word je minder afgeleid door aanwezig anderen. En wat betreft de beoordeling van anderen geldt hetzelfde: als je goed bent in iets, heb je eerder zin om dat te laten zien dat dat je bang bent om beoordeeld te worden.

Big brother is watching you!
Recenter onderzoek toont zelfs aan dat niet alleen de daadwerkelijke aanwezigheid van anderen effect heeft op de prestaties, maar ook de schijn van aanwezigheid van anderen. In computer taken bleken mensen minder te presteren wanneer zij dachten dat de computer de prestaties bij hield. Camera opnames van het personeel kunnen het personeel ook het idee geven dat er toeschouwers zijn. Het personeel dat goed is in zijn/haar vak zal niet slechter of misschien wel beter presteren doordat zij weten dat hun gedrag gefilmd wordt. Personeelsleden die echter al moeite hebben om hun werk goed uit te voeren, zullen nog banger zijn om beoordeeld te worden en juist slechter gaan presteren. Nog een reden om het plaatsen van de camera's in overweging te nemen...


donderdag 22 maart 2012

Een verbouwing (van een jaar...)

Vorig jaar rond deze tijd werd ik samen met mijn vriend voor het allereerst in mijn leven huiseigenaar. En ja, ik beken: ik voelde me best wel stoer. We hadden namelijk niet zomaar een huis gekocht, nee wij tikten een regelrechte bouwval op de kop.

Ik maakte een optimistische planning: rond de zomervakantie moest alles klaar zijn. We deden veel zelf en mijn vader besloot ook bijna al zijn vrije tijd in het huis te stoppen. Maar rond de zomervakantie was het nowhere near klaar...

Waar ging het mis?
De vakantie van een maand naar Amerika (die al geboekt was voordat we het huis kochten, zo decadent zijn we nou ook weer niet),  deed niet veel goeds. Ook het mooie weer en mijn plotselinge enthousiasme voor het hebben van een tuin hielpen niet bepaald mee.

Ik schaam me bijna om het te moeten zeggen, maar we zijn nog steeds niet klaar. Hoe kan het toch dat ik zo optimistisch was met de planning; waar ging het mis?

Plenty of time
Psycholoog John Lynch van Duke University deed onderzoek naar dit fenomeen waaraan hij zelf ook ten prooi viel: "Sure I'm busy today, but by next month I'll have plenty of time." Herkenbaar? Doordat we onze toekomstige vrije tijd overschatten, zijn we geneigd in te gaan op tijdrovende taken die later pas uitgevoerd hoeven te worden. Diezelfde tijdrovende taken wijzen we echter af wanneer het ons op korte termijn wordt gevraagd.

Naast een verkeerde inschatting van hoeveelheid vrije tijd, schatten we ook verkeerd in hoeveel tijd bepaalde taken ons kosten. Dit heet de ‘planning fallacy’. Zelfs al had ik een keer eerder in mijn leven een huis verbouwd, dan nog was de kans groot geweest dat ik het verbouwen van een huis zou onderschatten. Ongeacht onze ervaring met een taak, blijken we de benodigde tijd, de kosten en de risico’s te laag in te schatten.

Een verklaring
Hoe kan dit? Je zou toch verwachten dat we op den duur wel leren van onze overschatting... De originele verklaring van Kahneman en Tversky legt uit dat wij plannen met het meest optimistische scenario in ons hoofd, daarbij nemen wij onze eerdere ervaring met soortgelijke taken niet mee.

Een andere verklaring is dat wij fouten bij anderen neerleggen en dingen die goed gaan bij onszelf (self-serving bias). Dus die uitloop van een eerdere verbouwing kwam door die ene bouwvakker, dat zal ons deze keer niet overkomen. Hierdoor wegen wij de eerdere ervaringen niet objectief genoeg mee, als we deze al meenemen. Dit alles gecombineerd met het feit dat we niet gedetailleerd genoeg plannen, leidt tot een optimistische bias in onze planning. Een bias die trouwens weg lijkt te vallen wanneer we geheel anoniem een planning moeten maken. De indruk die we willen maken, blijkt dus ook mee te spelen.

Een planning.
Gelukkig heb ik al lange tijd geleden een ‘einddatum’ voor de verbouwing laten varen, ik zie wel wanneer we klaar zijn. Maar als ik volgend jaar nog steeds niet klaar ben, dan eet ik mijn schoen op!

maandag 19 maart 2012

Placebo: ons brein bepaalt het effect!

Jaren geleden heeft iemand mij verteld dat het roze pilletje (Ibubrofen) een stuk sterker is dan de witte (Paracetamol). Geen idee of het waar is en het ligt natuurlijk ook aan de soort die je pakt, maar ik ben ook niet van plan om het verder uit te zoeken. Als ik namelijk een keer een pijnstiller nodig heb en ik neem zo'n roze pil, dan heb ik ook het gevoel dat het werkt. Dit is weer een mooi voorbeeld van een trucje van ons brein: het placebo effect.

Placebo
Een placebo is een nep medicijn dat eruit ziet als een normaal medicijn, maar geen werkzame stoffen bevat. In het filmpje hieronder wordt het effect van een placebo helder uitgelegd en ondersteund met cijfers uit wetenschappelijk onderzoek. Leuk om te zien hoe ons brein ons voor de gek houdt.


maandag 12 maart 2012

Sommige doelen kun je beter voor jezelf houden!

Van Prof. Robert Cialdini hebben we geleerd dat het openbaar maken van je doelen je commitment (wie A zegt, moet ook B zeggen) versterkt. Als ik het principe van commitment uitleg in trainingen gebruik ik bewust een eigen voorbeeld: “Ik vind mijn gezondheid belangrijk, dus ik ga weer hardlopen”. Hiermee hoop ik de kans te vergroten dat ik ook daadwerkelijk weer ga hardlopen. Uit recent onderzoek blijkt echter dat je sommige doelen misschien juist beter voor jezelf kunt houden…

Publieke commitment
Wanneer je publiekelijk vertelt wat je van plan bent  te gaan doen, committeer je je hieraan. Het klinkt logisch dat als anderen (al is het maar voor je gevoel) toekijken of je doet wat je zegt, de kans groter is dat je je intenties ook omzet in gedrag. De theorie stelt bovendien dat we het belangrijk vinden om goed over onszelf te denken, dus wanneer we ons niet houden aan iets waar we ons aan verbonden hebben brengt dit schade toe aan ons zelfbeeld. Je zou dus denken dat juist als een bepaald streven samenhangt met je zelfbeeld, je eerder geneigd bent je hieraan te houden als je dit gedeeld hebt met anderen. 

Het tegenovergestelde blijkt waar...
In vier experimenten ontdekten de onderzoekers Gollwitzer, Sheeran, Michalski en Seifert (2010) dat het delen van doelen die gerelateerd zijn aan je identiteit, juist een averechts effect kan hebben. Doelen gerelateerd aan je identiteit zijn eigenlijk alle doelen die iets zeggen over jou als persoon. Mijn doel om hard te lopen, zegt bijvoorbeeld dat ik het belangrijk vindt om gezond te leven. In de experimenten moesten de deelnemers (psychologiestudenten) aangeven welke twee belangrijkste doelen ze hadden voor de komende week, bijvoorbeeld statistiek tentamen halen. Daarbij maakten ze een lijstje met wat ze van plan waren om te doen om dat doel te behalen, bijvoorbeeld meer oefenen. Wanneer zij dit doel deelden met iemand anders, bleken ze juist minder moeite te doen om dat doel te behalen. Ook rechtenstudenten die allemaal als doel hadden om later advocaat te worden, bleken zich minder in te spannen voor een casus wanneer een ander bekend was met hun doel.

Hoe verklaren we dit?
Interessant in dit onderzoek is dat de onderzoekers ook gekeken hebben waarom mensen minder moeite doen om het doel te behalen wanneer zij het gedeeld hebben met anderen. Ze ontdekten dat wanneer mensen het doel gedeeld hadden met anderen, zij significant vaker het gevoel hadden dat zij al vooruitgang hadden geboekt om het doel te bereiken dan mensen die het niet gedeeld hadden. Dus enkel aan een ander vertellen dat je advocaat wil worden, geeft je (onbewust) het idee dat je dichter bij je doel gekomen bent. Tenzij je je doel verkondigd hebt aan iemand die je in contact brengt met een advocatenkantoor, heb je in principe geen stap voorwaarts gezet. Uit dit onderzoek blijkt dus dat je desondanks wel minder moeite doet, puur doordat je het idee hebt dat je al verder bent gekomen. Goed om je te realiseren dus: door alleen je doel te delen, ben je nog niet verder gekomen in het bereiken ervan! Tijd om nu echt de hardloopschoenen uit de kast te pakken in plaats van erover te schrijven dus…

donderdag 8 maart 2012

Make Kony famous



Een indrukwekkende actie om de levens van kinderen in Afrika te beschermen tegen Kony: de persoon die kinderen ontvoert, dwingt tot het moorden van zelfs hun ouders.

Hoewel de video een half uur duurt, is het zeker de moeite waard om te kijken. Aantallen blijken machtig te zijn en nieuwe manieren om de overheid te dwingen tot het nemen van actie zijn gevonden.

dinsdag 6 maart 2012

Waarom we in de rij staan bij Apple...

Veel mensen maakten naar aanleiding van de foto bij ons artikel in het NRC (zie http://bit.ly/wigSvw) de opmerking dat het bijna een Apple reclame was. En eigenlijk kunnen onze werkkamers ook wel door voor een Apple showroom: een iMac, iPhone, iBook, iPad en een iPod, wij hebben het allebei (bijna) allemaal in huis. Daarbij hebben we ook Apple hoesjes, afstandbedieningen en kabeltjes, want die zijn zo slim gemaakt. Ja, we zijn fans!


Koop jij een Apple fiets?
Laatst woonden we een bijeenkomst van mediapsycholoog Mischa Coster bij. Hij vertelde over het TED filmpje van Simon Sinek. Dit filmpje gaat over de vraag waarom de een ons aanzet tot actie en we bij de ander nog geen millimeter in beweging komen. Toen Dell met een MP3 speler kwam, keek niemand er naar om. Men zei: schoenmaker hou je bij je leest! In dit geval computerfabrikant, blijf computers maken. Toen de andere computerfabrikant, Apple, MP3 spelers (beter bekent als de iPod) ging verkopen, stonden we ervoor in de rij. Mischa Coster zei in zijn praatje gekscherend dat als Apple een fiets zou uitbrengen er daarvoor zelfs mensen in de rij zouden staan. Wij keken elkaar aan en zeiden tegelijk: "Die zou ik stiekem wel willen hebben, jij?". Als Dell echter een fiets zou verkopen, zou ik er niet naar omkijken. Hoe dat komt, legt Simon Sinek boeiend uit in onderstaande TED talk.