maandag 27 december 2010

Mooi filmpje op derde kerstdag

Om op deze derde kerstdag nog even in de stemming te blijven een mooi filmpje. We hebben op deze plaats wel eens verteld dat mensen in onzekere situaties naar elkaar kijken om erachter de komen wat het juiste gedrag is. In dit filmpje zie je mensen in het begin verbaasd naar elkaar kijken: "Wat moeten we hier nu mee?". Als er meer mensen beginnen te zingen, besluiten de mensen te genieten van dit onverwachte muzikale optreden. Dus: geniet ervan!

vrijdag 24 december 2010

De oplossing voor neurotische stellen

Goed nieuws voor stellen die wat minder regelmatig met elkaar het bed in duiken: uit onderzoek blijkt dat de hoeveelheid seks geen invloed heeft op je huwelijkse geluk (Russel & McNulty). Ongeacht of je het twintig keer in de week doet (overdrijven mag) of één keer in de week (wat trouwens het gemiddelde was in dit onderzoek), je bent even gelukkig.

Alle getrouwde stellen kunnen dus weer gerust het weekend in ;-) Hoewel, er is een uitzondering… Wanneer je neurotisch bent aangelegd, bepaald de hoeveelheid seks wel je huwelijkse geluk. Neem bijvoorbeeld Monica uit de serie Friends.


Je ziet: een relatie met Monica, of enig ander neurotisch persoon, is zo gemakkelijk nog niet. Neurotische mensen raken namelijk sneller geïrriteerd en maken zich vaker zorgen. Er is dan ook geen enkele andere eigenschap zo sterk verbonden met een slechte huwelijkse staat. Maar wat dus verbluffend is: de hoeveelheid seks doet deze sterke relatie compleet teniet. Regelmatige seks is de oplossing voor neurotische stellen! Zelfs wanneer het huwelijk in het begin nog niet zo sterk is. Een mooie kerstgedachte om mee af te sluiten ;-)

Fijn kerstdagen iedereen!

dinsdag 21 december 2010

Hoe heet je ook alweer?

Ben jij goed in het onthouden van namen? De een is er beter in dan de ander, maar iedereen kent het ongemakkelijke gevoel dat je even niet meer weet hoe iemand ook alweer heet. De laatste tijd hebben wij in korte tijd veel verschillende mensen ontmoet. We merken dat het nog niet gemakkelijk is al die namen te onthouden. Tot voor kort was ik degene die de namen nog wel wist. Helaas moet ik het antwoord op de wanhopige “Naam??”-blik tegenwoordig vaak ook schuldig blijven. Wat het voor ons nog lastiger maakt is dat mensen onze namen vaak wel kunnen onthouden… Werk aan de winkel dus!

Selffulfilling prophecy
Op internet ontdek ik al snel dat we niet de enige zijn die moeite hebben namen te onthouden. Het blijkt een veel voorkomend probleem (oef, gelukkig). Een oorzaak waar ik nog niet over nagedacht had, is de selffulfilling prophecy. Veel mensen denken (onbewust): “Ik ben niet goed in het onthouden van namen, dus het heeft toch geen zin om moeite te doen”. Hierdoor blijken mensen minder goed te luisteren wanneer de ander zich voorstelt. Dit is een selffulfilling prophecy: als je niet goed luistert, wordt het lastig de naam te onthouden, bij een volgend weerzien blijk je de naam inderdaad niet onthouden te hebben en denk je: “zie je wel, het heeft toch geen zin”. Wat kunnen we daar nu aan doen?

Drie tips

Tip1 Wees even stil
Zoals gezegd, begint het met goed luisteren naar de naam.
Makkelijker gezegd dan gedaan, want in een nieuwe situatie zijn we vaak een beetje gespannen. We zijn dan al zo druk om onze eigen naam uit te spreken, dat we die ander helemaal niet gehoord hebben. Wacht daarom even tot de ander zijn naam uitspreekt. Je hebt dan je volle aandacht bij de naam. Het is even oefenen (we zijn altijd erg enthousiast om onze naam uit te spreken), maar het werkt echt!

Tip 2 Goed verstaan
Mensen vinden dat eerste voorstel moment meestal niet zo prettig en willen er snel van af zijn. De namen worden hierdoor snel en mompelend uitgesproken. Als je de naam niet goed hoort, vraag dan of de persoon zijn of haar naam wilt herhalen. Ook zou je bij namen iets kunnen vragen, bijvoorbeeld: schrijf je het met een s of een z? (is maar een voorbeeld :p). Nu heb je de naam goed verstaan en nu dus nog onthouden…

Tip 3 Onthouden
Ons brein werkt met allerlei associaties. Het maken van associaties tussen namen zorgt ervoor dat er een koppeling ontstaat tussen die naam en iets anders. Je kunt van alles bedenken om associaties te maken. Zo kan je iets laten rijmen op die naam, een verhaal verzinnen bij die persoon of een koppeling maken met een bekende die op diegene lijkt. Door het effect van associaties blijkt het ook makkelijker de namen van duo’s te onthouden: Nick&Simon, Peppie&Kokkie, Bassie&Adriaan.. Ehm, Joyce&Liza Aha, vandaar dat mensen onze namen onthouden! 

donderdag 16 december 2010

Ben jij al overgestapt?

Het is weer tijd om je te verdiepen in je zorgverzekering. Via de verschillende media worden we opgeroepen voor 31 december actie te ondernemen. Het politieke credo van deze tijd is: laat mensen vooral zelf kiezen hoe ze zich willen verzekeren. Wij mensen willen graag een vrij individu zijn dat eigen keuzes maakt.

Maar wat blijkt in de praktijk?
Slechts 4% van de mensen stapt daadwerkelijk over naar een andere verzekeraar en haalt dus voordeel uit de mogelijkheid zelf te kiezen. Zeg eens eerlijk? Heb jij de verschillende opties al bekeken? I'ts a hell of a job!

Naast de basisverzekering kun je je nog aanvullend verzekeren voor zaken als de tandarts. Sinds een paar jaar is daar ook een verplicht eigen risico bijgekomen. Daarnaast heb je ook nog een vrijwillig eigen risico, hoe hoger dat bedrag, hoe minder premie je per maand betaalt. Stel bijvoorbeeld dat je je eigen risico met 100 euro verhoogd. Als er iets met je gebeurt in dat jaar kost dat je 100 euro, zo niet dan heb je 50 euro bespaard in een jaar. Volg je me nog? Uit onderzoek blijkt dat we liever een optie hebben waarbij we veel keuzes hebben, dan dat we geen keuze hebben; ook wanneer de keuze optie niet persé beter resultaat heeft. Het idee is dat hoe meer keuze je hebt, des te groter de kans dat er een optie is die aan je eisen voldoet. Toch is het hebben van veel keuzes niet perse positief.

Effect aantal keuze opties
Iyengar en Lepper (2000) onderzochten in een supermarkt het effect van het aantal keuzes. Klanten kregen een paar soorten jam gepresenteerd of een groot aantal verschillende soorten jam. Het grote aanbod bleek meer mensen te trekken dan het kleine aanbod. Blijkbaar zijn veel keuzemogelijkheden dus aantrekkelijk. Maar wat bleek nu? Het percentage mensen dat jam kocht, was vele malen groter bij het kleine aantal soorten. Blijkbaar werden mensen wel aangetrokken door de grote hoeveelheid keuze (wow, wat veel verschillende soorten jam!), maar wisten vervolgens niet welke jam ze nu moesten nemen. Ook bij mijn zoektocht naar de passende verzekering, merkte ik dat ik helemaal lam geslagen werd door de overvloed aan keuzes die ik moest maken. Bovendien blijkt uit onderzoek (Gilbert en Ebert, 2002) dat mensen na het maken van de keuze minder tevreden zijn als zij uit veel opties konden kiezen.  

Campagnes zijn weggegooid geld
Hoewel mensen dus wel graag veel keuzes willen hebben, blijkt in de praktijk dat maar heel weinig mensen gebruik maken van de mogelijkheid de beste verzekering te kiezen. Om mensen toch te stimuleren wordt elk jaar weer veel  geld geïnvesteerd in campagnes. Tot op heden blijken die campagnes weinig effectief. Informeren is niet voldoende om gedrag te beïnvloeden, daar is veel meer voor nodig. 

maandag 13 december 2010

Effect van de vraag op het antwoord

Afgelopen zaterdag waren er twee explosies in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Na een dergelijke heftige gebeurtenis is het moeilijk om een objectief verslag te krijgen van de getuigen. Op televisie vertelden een aantal getuigen hun verhaal over de gebeurtenis. Ze hadden het ieder op een andere manier beleefd. Dit deed me denken aan een experiment waar ik ooit over gelezen heb. De vraag die je stelt, blijkt sterk invloed te hebben op je herinnering van de gebeurtenis.
Inschatten van snelheid
Onderzoekers Loftus en Palmer (1974) toonden in twee experimenten aan dat de vraag je geheugen sterk kan beïnvloeden. In het eerste experiment kregen de deelnemers korte filmpjes van verkeersongevallen te zien. Na de filmpjes moesten de deelnemers steeds een aantal vragen beantwoorden. De vraag waar het de onderzoekers daadwerkelijk om ging, was de vraag: Hoe hard reden de auto’s toen ze elkaar raakten?  De onderzoeksvraag ging over het tweede deel van de vraag. Maakt het uit welk woord je gebruikt?  Ze vervingen het woord ‘raakten’ door: knalden, botsten, troffen of stootten. Wat bleek nu? Deelnemers schatten de snelheid van de auto significant hoger in als er stond ‘botsten’ of ‘knalden’ in vergelijking met ‘raakten’. Het verschil was maar liefst 15km per uur!

Zag je gebroken glas?
De deelnemers zagen hetzelfde filmpje, maar door een woord schatten ze de snelheid hoger in. In het tweede experiment toonden de onderzoekers nog iets frappants aan. Een nieuwe groep deelnemers keek naar een filmpje van een minuut. In dat filmpje zagen ze een auto-ongeluk waarbij meerdere auto’s betrokken waren. De onderzoeksgroep werd in drieën gedeeld. Twee groepen werd gevraagd hoe hard de auto’s reden, met daarbij het woord ‘raakten’ of ‘botsten’ in de vraag. De controle groep werd niet gevraagd hoe hard de auto’s reden. Een week later kwamen de deelnemers weer terug bij de onderzoekers. Zonder het filmpje nog een keer te zien, werd de deelnemers een aantal vragen gesteld over het filmpje. De belangrijkste vraag was hier: Zag je gebroken glas? Deelnemers die de vraag hadden gehad met het woord ‘botsten’ schatten niet alleen de snelheid hoger in, maar bleken zich ook significant vaker gebroken glas te herinneren. Tweederde van de ‘botsten’ conditie had gebroken glas gezien, terwijl bijna de helft van de ‘raakten’ en controleconditie geen glas had gezien. Het mooiste is nog, dat er in het filmpje helemaal geen gebroken glas te zien was!
Het effect van de vraag
De deelnemers die de vraag hadden gekregen hoe hard de auto’s ‘botsten’, bleken er gebroken glas bij te bedenken. Hier zie je dat met slechts de keuze voor één ander woord, het geheugen gestuurd kan worden. Afgelopen zaterdag kan het verschil mogelijk gelegen hebben in de vraag of de auto uit elkaar knalde, ontplofte of explodeerde. Toch handig om rekening mee te houden als journalist of politieagent.

vrijdag 10 december 2010

De mooiste tijd van het jaar

Kerst: een tijd van samenzijn en wereldvrede. Althans, dat doet de reclamewereld ons graag geloven. De meest vredelievende reclames komen door de beeldbuis onze levens binnen (de zeer authentieke reclames van Coca Cola met kersttreinen ontsnapt uit een sprookjeswereld). Helaas is deze zelfde reclamewereld ook erg gehaaid...

Het mooiste cadeau
Ken je de Furby nog? Dat lieve diertje met de grote ogen waar alle kinderen helemaal wild van waren? Juist. Hoewel de Furby zelf erg schattig oogde, zijn de makers zeer gehaaide zakenmensen. Rond de tijd dat kinderen hele verlanglijstjes opstelden voor de kerst, zetten zij een grote marketing campagne in. Je kunt wel raden waar alle kinderen op hoopten tijdens het uitpakken van de cadeaus. Tot dusver geen vuiltje aan de lucht; kinderen willen iets, ouders gaan het halen. Maar hier komt het: toen alle ouders op zoek gingen naar een Furby was deze ineens compleet uitverkocht. En dan voel je je lullig als ouder...

Overcompenseren
Een schuldgevoel bleef dan ook niet uit en de ouders kochten veel meer cadeaus dan ze van te voren van plan waren. Daarnaast deed het principe van schaarste zijn werk. Doordat er nog maar enkele Furby's waren, werd deze steeds populairder.
Maar we zijn er nog niet: na een decembermaand met zielige huilende kindertjes brak januari aan. Normaal gesproken een slechte maand voor speelgoedfabrikanten, maar niet voor deze fabrikant. De Furby was namelijk ineens weer volop verkrijgbaar (uiteraard geheel tegen de verwachting van de fabrikant in). En wat doe je dan als ouder? Je komt je belofte na en haalt alsnog de - inmiddels zeer populaire - Furby. 

Wanneer iets dus plotseling uitverkocht is voor de kerst, ben je bij deze gewaarschuwd...

vrijdag 3 december 2010

Nieuwe samenwerking!

Een paar maanden geleden ontmoetten we Yvette en Arja van communicatieadviesbureau Nabije Oosten (www.nabijeoosten.nl). Zij hadden van Other[w]eyes gehoord en waren benieuwd naar onze werkwijze. Tijdens het eerste gesprek klikte het meteen en al snel ontstond het idee te gaan samenwerken.

Aangezien we allemaal aanpakkers zijn, duurde het niet lang eer we een naam voor onze samenwerking vonden: Gedragscommunicatie. En bij een nieuwe samenwerking hoort natuurlijk ook een gloednieuwe brochure!

maandag 29 november 2010

Waarom als laatst genoemd worden niet eens zo verkeerd is!

Een maand geleden schreven we over een workshop die we gaven aan 70 managers. Deze managers waren allen ambtenaren, dus enige opwekking van creativiteit was niet verkeerd ;-) Vooral omdat ze uitgedaagd werden krantenkoppen te bedenken die mobiliteit onder medewerkers moest stimuleren. Een prijsuitreiking bleef dan ook niet uit.

De winnaar is...
We hebben veel reacties ontvangen  en er zat één grote favoriet bij. Deze favoriet en dus winnaar is........ *tromgeroffel*......... “Nooit gedacht dat het zo leuk zou zijn!” Karin roemt deze uitspraak omdat het een persoonlijke uitspraak is die daadwerkelijk door een persoon zo gevoeld wordt en Ronald vindt vooral “nooit gedacht” een mooie toevoeging. “Het niet willen bewegen heeft vaak te maken met allerlei denkbeelden. Door foute krantenkoppen, uitspraken van collega's creëer je in jezelf een negatief beeld over een nieuwe werksituatie. Je denkt als het ware niet dat het leuk kan zijn. Dat is mooi en herkenbaar geformuleerd met: nooit gedacht.”

Authenticiteit of eerste in rij?
Vooral het authentieke element van deze krantenkop lijkt dus aan te spreken. Hoewel, misschien heeft deze krantenkop wel om hele andere redenen gewonnen... Misschien is de krantenkop de winnaar omdat deze als eerste werd genoemd in een rijtje van vijf. Want hoewel we onszelf als zeer intelligente wezens beschouwen (wat geheel terecht is uiteraard), worden we soms beïnvloed door de meest simpele en stompzinnige dingen. In dit geval gaat het om het primacy effect, wat inhoudt dat we eerst genoemde woorden - of in dit geval krantenkop - het beste herinneren.

Maar hoe zit het dan met de overige krantenkoppen; waren deze bij voorbaat al kansloos? Gelukkig niet! Uit onderzoek blijkt dat we na de eerste woorden vooral de laatste woorden goed onthouden. Dit noemen we het recency effect. Bewijsmateriaal werd meteen geleverd: de tweede prijs ging naar al 50 ex collega’s nog blijer in een nieuwe baanen was geheel toevallig de laatste krantenkop in rij. Met andere woorden: de middelste krantenkoppen hadden geen schijn van kans. Maar ach, misschien waren ze gewoon slechter ;-)

woensdag 24 november 2010

Humor in reclame werkt!

Kennen jullie nog die reclame van Rolo, die met die olifant? Hij blijft leuk om te zien, maar is zo'n grappige reclame nu ook effectief? Wetenschappelijk onderzoek geeft ook antwoord op deze vraag. Voordat je het antwoord krijgt, vraag ik je eerst iets te doen:

 
Klem een pen tussen je tanden.
Zorg er daarbij voor dat je lippen de pen niet raken. Zitie? Goed, houden zo. Deze houding zorgt ervoor dat je je lachspier (zygomatic major) aanspant. Hierdoor ben je waarschijnlijk positiever over deze blog, dan wanneer ik je niet gevraagd had deze pen in je mond te doen. Hoe zit dit? Het aanspannen van je lachspier, leidt tot een positieve activatie in je brein. Je brein weet echter niet dat dit komt door die pen die in je mond zit, maar koppelt het automatisch aan deze blog die je nu aan het lezen bent. 


Evaluatief conditioneren
Je vraagt je misschien af wat deze oefening te maken heeft met het antwoord op de vraag wat het effect is van humor op reclame. Dat zit als volgt. Wanneer je moet lachen om een reclame, dan komt je lachspier in actie. Hierdoor krijgt je brein een seintje dat er iets positiefs is. Er wordt een verband gelegd tussen het positieve gevoel van het lachen en het product in de reclame. Dit noemen we evaluatief conditioneren.

Humorparadox
Mensen hebben dus een positief gevoel bij de reclame met humor. Maar uit het promotie onderzoek van Madelijn Strick (2009) blijkt dat mensen wel het merk van de humorvolle reclame vergeten. Niet handig dus om voor humor te kiezen. Of toch wel? Hier ontstaat wat Strick de humorparadox noemt: mensen vergeten (bewust) het merk, maar kiezen toch voor het product! Onbewust is er dus blijkbaar toch een positieve associatie gelegd met dat product, waardoor mensen er toch voor kiezen. Het is dus niet perse belangrijk dat mensen (bewust) het merk onthouden, het is belangrijk dat mensen gaan lachen, zodat ze uiteindelijk voor jou kiezen.

Humor op de Universiteit
In ons vorige blog (Wetenschap = leuk) lieten we filmpjes zien die de afdeling communicatie van de Radboud Universiteit had gemaakt. Aankomend studenten moesten erg lachen om deze filmpjes. Zoals we nu weten, leidt dit tot een positieve associatie en mogelijk ook de keuze voor deze Universiteit. Je zou zeggen dat de universiteit gebruikt maakt van deze wetenschap, maar helaas... Misschien een idee voor de afdeling communicatie: de volgende keer vraag je het College van Bestuur eerst om een pen horizontaal in hun mond te klemmen...Wie weet!

maandag 22 november 2010

Wetenschap = leuk!

De Universiteit wordt vaak gezien als een ivoren toren waar een andere taal gesproken wordt dan in het dagelijks leven. Zonde, want er worden zoveel interessante dingen ontdekt die we kunnen gebruiken in de praktijk. Met deze blog willen we de wetenschap een stukje dichterbij halen. Ook de afdeling communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen wilde het dit jaar een keer anders doen. Elk jaar doen Universiteiten weer hun best om zich als Universiteit als leukste/beste te presenteren om studenten te werven. Het voorproefje van de campagne van dit jaar haalde meteen het nieuws...

Sexy filmpjes
De afdeling communicatie wilde laten zien dat er op de Universiteit allerlei leuke onderzoeken gedaan worden. In drie filmpjes vertelt model Ancilla Tilia over een onderzoek van de Universiteit en doet zij een N=1 experiment. De uitleg laat ze over aan de echte wetenschapper. Deze overduidelijk ironische filmpjes werden in een collegezaal met 400 aankomende studenten met luid applaus ontvangen...

Niets meer aan doen, zou je zeggen! 
Maar het College van Bestuur dacht daar helaas anders over. Zij raakte in de stress en besloot het project per direct te stoppen. De filmpjes waren 'seksistisch' en 'denigrerend', aldus het bestuur. Duidelijk een gebrek aan humor in mijn ogen! Hieronder de filmpjes, dus oordeel zelf:





vrijdag 19 november 2010

Hoe komt het dat Carlo zo goed imiteert?

De TVKantine won dit jaar de televizierring. Fascinerend te zien hoe goed Carlo&Irene typetjes nadoen! Laatst zag ik Rene van der Gijp op televisie, tenminste dat dacht ik, want het was Carlo Boszhard die weer eens een typetje deed. Volgens mij zou ik niet eens in de buurt komen als ik een poging deed iemand te imiteren. Hoe komt het dat Carlo dit zo goed kan?

Pavlov
Gisteren zag ik een aflevering van het nieuwe televisieprogramma Pavlov. De makers gaan op zoek naar het antwoord op de vraag: 'Waarom ben ik zo?' Deze aflevering ging over het talent van Carlo Boszhard. De onderzoekers op 'onze' Radboud Universiteit in Nijmegen lieten glunderend de wetenschap los op deze beroemde proefpersoon.

Dialect
Het lijkt mij vooral moeilijk helemaal te klinken als het typetje dat je nadoet. Als ik een poging doe Limburgs te praten wanneer ik een vriendin in dialect hoor telefoneren, lacht ze me vierkant uit. Carlo blijkt echter gemakkelijk een onbekend dialect na te kunnen doen. De presentator van het programma deed ook een tevergeefse poging, waardoor snel duidelijk werd dat Carlo hier echt goed in is.

Hersenscan
Bij dit onderzoek hoort ook een hersenscan, zodat we kunnen zien wat er in het hoofd van Carlo gebeurt. Uit een MEG (registreert activatie in de hersenen) blijkt dat in het brein van Carlo naast het visuele gebied ook het motorische gebied geactiveerd wordt. Deze zogenaamde spiegelneuronen worden actief bij het zien van een filmpje van Foppe de Haan. Deze activatie laat zien dat Carlo in zijn hoofd de bewegingen van Foppe de Haan imiteert. Een voorbeeld dat me van de studie is bijgebleven, is dat dit ook gebeurt als we naar sport op televisie kijken. Bij het kijken naar een voetbalwedstrijd wordt in je brein het motorisch gebied geactiveerd alsof je zelf aan het voetballen bent.

Anders kijken en bewegen
Carlo heeft veel spiegelneuronen, waardoor hij goed in staat is te voelen wat anderen voelen. Een interessante vervolgvraag is of hij ook naar andere dingen kijkt. Om daarachter te komen is een mooi instrument ontwikkeld dat de bewegingen van de ogen kan volgen (eyetracker). Tijdens een test blijkt dat de presentator vooral kijkt naar de ogen en Carlo vooral naar de mond. Hij vertelt daarbij dat hij het meeste interessante vindt wanneer iemand niets zegt, hoe beweegt het gezicht dan? Carlo kan die gezichtsbewegingen vervolgens goed nadoen. Uit onderzoek met een andere technisch hoogstandje dat gezichtsbewegingen registreert (EMGmat), blijkt dat Carlo een extreme beheersing heeft van zijn gezichtsspieren. Hij scoort hierin bovengemiddeld en kan gezichtsbewegingen imiteren zonder te oefenen.

Het is wetenschappelijk bewezen dat Carlo goed kan imiteren. Dat wisten we al, maar we hebben nu ook gezien welke factoren eraan bijdragen die je op het eerste gezicht niet ziet. Het programma biedt op een leuke manier een kijkje in de keuken van de wetenschap, dus op deze plaats een tip: kijk op donderdagavond om 20.55 naar Nederland 3!

vrijdag 12 november 2010

Blaadjes op de rails

Het is weer flink mis op het spoor: blaadjes, seinstoringen, aanrijdingen en als klap op de vuurpijl met de trein in de file. En was dat niet net een van de redenen om de auto te laten staan? Vorige week hadden wij weer pech op station Arnhem, of liever gezegd die eeuwige bouwput. Die trappen zijn op zich al frustrerend, maar bij vertraging maken de omroepers er een spel van om kuddes mensen heen en weer te laten rennen tussen de verschillende perrons. Je voelt je een idioot tijdens het rennen, maar rent toch maar achter de rest aan (iets met sociale bewijskracht). Verwaaid en buiten adem ploften we uiteindelijk in een trein vol met andere geïrriteerde forenzen. En zowaar de trein vertrok!

Maar toen kwam de conducteur…
Deze beste man dacht blijkbaar niet na wat het beste was om te doen in deze situatie, want hij ging gewoon kaartjes controleren. Natuurlijk hij doet gewoon zijn werk, maar beeld je even in: een vol gepropte trein met geïrriteerde reizigers die net een zucht van verlichting slaken dat de trein zowaar in beweging komt. Is het dan handig om te gaan controleren of mensen wel een kaartje hebben?

En toen?
Verontwaardigd gaven eerst de mensen die in het gangpad stonden hun kaartje af. De rest van de coupé pakte ook zuchtend de vervoersbewijzen. Op een meneer na. Deze meneer zei luid en duidelijk: “Ik geef u mijn kaartje niet, dit is mijn protest!” De hele coupe keek vol verwachting naar de conducteur: Wat zou hij zeggen? De meneer in protest hield een betoog over het wee van de trein en dat zijn klachten niet serieus werden genomen: dit was zijn laatste middel!

Reactance
Wij zaten eerste rang en waren de vertraging op slag vergeten. Momenteel doen wij onderzoek naar weerstanden en dit was een mooie casus om te observeren. Deze meneer was zo gefrustreerd, omdat hij de controle kwijt was. Hij was al dagen overgeleverd aan de grillen van de trein en met het controleren van het kaartje maakte de conducteur het nog erger. Dit was voor de man aanleiding om te weigeren: ik moet niets! Deze weerstand noemen we reactance: mensen voelen zich gepusht om bepaald gedrag te vertonen. De man zocht naar manieren om zijn autonomie terug te krijgen.
De conducteur had zijn cursus gespreksvaardigheden goed begrepen. Allereerst erkende hij de weerstand van de man. Oprecht liet hij merken dat hij begreep hoe vervelend de vertragingen zijn. Ook depersonaliseerde de conducteur zijn rol (hij deed ook maar zijn werk), zodat de man niet boos kon zijn op de conducteur als persoon. Helaas voor dit verhaal liep het dus allemaal met een sisser af.

Moraal van het verhaal
Hoewel de conducteur de situatie uiteindelijk goed afhandelde, had hij kunnen voorkomen dat deze man überhaupt in protest ging. De conducteur wist dat het die week een puinhoop was op het spoor en dat mensen daar flink van balen. Hij had beter door de trein kunnen lopen op een dienstverlenende manier. Door de chaos missen mensen aansluitingen en dergelijke, dus hij kon bijvoorbeeld nagaan of mensen nog vragen hebben. Maar hierbij is het natuurlijk de vraag hoe de conducteur zijn functie ziet. Is hij er puur om vervoersbewijzen te controleren? Of is hij ook het visitekaartje van de NS en is hij er ook om vragen te beantwoorden waar nodig?

dinsdag 2 november 2010

Hoe breien we recht wat krom is?

Waarom leidde een dubbel paspoort in 2007 tot een motie van wantrouwen en in 2010 niet? Hoe komt het dat mensen roken, terwijl ze weten dat het slecht is? En is het zo dat je ex echt minder knap is geworden, nu jullie relatie over is? Kortom: hoe doen we dat eigenlijk, dat rechtbreien wat krom is?
Practice what you preach
Natuurlijk weten we dondersgoed wanneer we smoesjes verzinnen, maar hoe komt het nu dat we er zelf ook in gaan geloven? Ons brein kan niet goed omgaan met cognities (gedachten, gevoelens, gedrag) die niet met elkaar overeen komen. Het credo: practice what you preach, wordt in de praktijk vaak genoeg niet nagekomen. De tegenstelling tussen verschillende cognities zorgt in ons brein voor een strijd die opgelost moet worden. De psycholoog Festinger ontdekte dat ons brein een mooie manier heeft om deze tegenstelling op te heffen. Hij noemde dit: cognitieve dissonantie reductie.
Echt súúper leuk!
Festinger bedacht een slimme manier om te onderzoeken wat er gebeurt als er een tegenstelling is tussen cognities. In het onderzoek deden proefpersonen deden mee aan een experiment waarbij ze allerlei saaie taakjes moesten doen. Het ging, zoals meestal bij onderzoek, niet om de taakjes. Na de taak werd de proefpersonen gevraagd de proefpersoon na hen te vertellen dat het experiment erg leuk en interessant was. En nu komt de truc van het experiment: de ene groep kreeg hiervoor  1 euro en de andere groep kreeg 20 euro. 
Welke groep loog overtuigender tegen de persoon na hen denk je?
De groep die maar één euro kreeg! Dit is waarschijnlijk niet wat je had verwacht. Hoe komt dit nu? Alle proefpersonen vonden de taak saai, maar moesten zeggen dat de taak leuk was. Dit veroorzaakt een strijd tussen wat je vindt en zegt (cognitieve dissonantie).  De proefpersonen die 20 euro hadden gekregen, konden dit makkelijk voor zichzelf rechtvaardigen doordat ze er genoeg geld voor hadden gekregen. De groep die slechts een euro kreeg, maakten de taak (onbewust) leuker in hun hoofd, zodat de tegenstelling ook opgeheven werd. Ze waren er dus in gaan geloven dat ze de taak leuk vonden en waren hierdoor dus beter in het overtuigen van de persoon na hen.
Als je er zelf maar in gelooft…
Om de cognitieve dissonantie op te heffen, creëer je onbewust gedachten die het allemaal begrijpelijk maken wat je doet. We zoeken dus eerder feiten die onze overtuigingen ondersteunen, dan dat we onze overtuigingen herzien als de feiten anders blijken te zijn.
De cognitieve dissonantie theorie is een verklaring waarom Wilders kon rechtvaardigen dat hij dit jaar geen motie van wantrouwen indiende, terwijl hij dat in 2007 wel deed. En waarschijnlijk is het dus ook zo dat die ex niet minder knap is geworden, maar dat ons brein dat heeft gedaan om de pijn te verlichten. Als je er zelf maar in gelooft, zullen we maar zeggen…

zaterdag 30 oktober 2010

Nieuwe visitekaartjes





We liepen al een tijd rond met een proefversie van onze visitekaartjes, maar sinds vorige week kunnen we deze eindelijk inruilen tegen de officiële versie! Twee dagen na de bestelling bij oble.nl hadden we maar liefst 1000 visitekaartjes in onze handen (400 gram glossy papier voor wie nieuwsgierig is). 

De zwarte visitekaartjes zijn precies zoals verwacht, de roze helaas een stuk donkerder. We wachten nog even af of daar iets aan gedaan kan worden. Maar hoe dan ook zijn we voorbereid op uitgebreide netwerksessies!

woensdag 27 oktober 2010

We Like the Look of Lookalikes

Geschreven door gastblogger drs. Eefje van Woerkom, onderzoeksmedewerker Radboud Universiteit Nijmegen
Is het je wel eens opgevallen dat honden vaak op hun baasje lijken (of dat, ietwat oneerbiediger gezegd, baasjes vaak op hun hond lijken)? Ga maar eens een uurtje in het park zitten en kijk wat voor passende baas-hond combinaties er te zien zijn! Toeval? Ik denk het niet. Sterker nog, sinds kort wéét ik van niet! Het Engelse woord lookalike krijgt een geheel nieuwe, zeer passende betekenis in het licht van wetenschappelijk onderzoek naar aantrekkingskracht. Want of we nou tevreden zijn met ons uiterlijk of niet: we vinden mensen (en blijkbaar dieren) die op ons lijken aantrekkelijker dan mensen die niet op ons lijken.
Aantrekkelijke gezichten
David Perrett is pionier op het gebied van onderzoek naar gezichtsgelijkenis en aantrekkingskracht. Hij vond dat wanneer hij zijn proefpersonen foto’s liet zien van gezichten die ‘gemengd’ (gemorfd) waren met eigenschappen van zijn of haar eigen gezicht, deze een stuk aantrekkelijker beoordeeld werden dan  wanneer de gezichten gemorfd waren met andere gezichten. Hoe groter het percentage ‘eigen’ gezichtseigenschappen van het gemorfde gezicht, hoe aantrekkelijker de proefpersonen het gezicht beoordeelden. Echter, wanneer ze gevraagd werden of hen iets was opgevallen, bleek dat geen van de proefpersonen zich bewust was van de manipulatie!
Gelijkenis tussen partners
Uit onderzoek in de jaren ’80 is al gebleken dat partners in langdurige relaties meer dan gemiddeld veel op elkaar lijken. De cruciale vraag is echter: zijn deze partners mettertijd meer op elkaar gaan lijken vanwege gedeelde ervaringen, of zijn ze juist lang bij elkaar omdat ze op elkaar lijken? Interessante materie, want de tweede verklaring zou stellen dat mensen die op elkaar lijken een hogere relatietevredenheid hebben. Deze stellen blijven immers langer bij elkaar.
Productontwikkelingsbureau Synz ontwikkelde een applicatie die gezichten op basis van foto’s op meer dan 1000 punten vergelijkt. In hoeverre de gezichten overeenkomen wordt weergegeven in een percentage. Het idee van de applicatie is gebaseerd op de hypothese dat mensen die op elkaar lijken een hogere relatietevredenheid hebben. De ultieme test van de applicatie moet nog komen en aan deze gastblogger de eer om dit onderzoek op te zetten en uit te voeren!
Doe ook mee!
Geintrigeerd en benieuwd naar het overeenkomstpercentage tussen jou en je partner? Als jullie tussen de 1 en 10 jaar bij elkaar zijn, dan kan dat! Maak twee frontale foto’s van jou en je partner en stuur ze op naar partneronderzoek@psych.ru.nl. Vervolgens krijg je een mail met een link naar een paar korte vragen die je samen met je partner invult.. Na afloop van de studie word je op de hoogte gesteld van jullie overeenkomstpercentage en de resultaten van het onderzoek!

maandag 25 oktober 2010

Vloek niet, gvd!

De bond tegen het vloeken zal bij de meeste mensen niet top-of-mind zijn (of misschien dat er nu zelfs grote vraagtekens boven je hoofd verschijnen), toch is de kans groot dat we een keer een poster van deze bond hebben gezien. Zo fietste ik een tijdje terug langs een enorm billboard met daarop onderstaande poster.

We snappen het niet
Nu lijkt de poster in eerste instantie prima; niets raars aan te zien. Toch blijkt uit psychologisch onderzoek dat deze poster zijn doel, namelijk het verminderen van vloeken, niet behaalt. De oorzaak: de boodschap op de poster is te ingewikkeld. Zo heb ik als een complete idioot heel lang nagedacht over de twee woorden: vallen en breken. Ik mag dan blond wezen, maar deze keer heeft het niks met mijn haarkleur te maken (althans, dat hoop ik...). De boodschap op de poster is gewoonweg te ingewikkeld om het gewenste effect te bereiken. Sterker nog: ik denk zelfs dat de poster het tegenovergestelde effect kan bereiken omdat we onze omgeving vooral op een onbewust niveau verwerken.

Ons zeer alerte onbewuste
Neem bijvoorbeeld een druk feest. Je hebt net een leuk gesprekje aangeknoopt en concentreert je volledig op wat die ander zegt. Ondertussen worden alle andere gesprekken om je heen gereduceerd tot achtergrondgeluid. Totdat iemand ineens je naam noemt. Hoe interessant je gesprekspartner ook is, je aandacht zal getrokken worden naar dat andere gesprek. Op een bewust niveau kon je dit gesprek eerder niet volgen -het was achtergrondlawaai- maar je onbewuste was ondertussen wel aan het opletten. Dit noemen we ook wel het cocktail party effect.

Hartstikke handig natuurlijk zo’n alert onbewuste, nu kunnen we lekker achteroverleunen totdat er iets relevants voorbij komt! Maar helaas: ons onbewuste is toch niet zo superieur. Het kan bijvoorbeeld niet omgaan met complexe zaken zoals ontkenningen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat ons onbewuste ‘geen bom’ reduceert tot ‘bom’.

Het tegenovergestelde effect
Je raadt het al: wanneer er op een poster van de bond tegen het vloeken ‘vloek niet’ staat, pakt ons onbewuste enkel het woord ‘vloek’ eruit. Niet zo handig aangezien de bond ons op deze manier primed met het woord ‘vloeken’. Door deze priming wordt dit woord cognitief actief gemaakt, tezamen met alle andere (waarschijnlijk niet al te beste) associaties die we met dit woord hebben. Kortom: de bond tegen het vloeken zorgt er juist voor dat de kans dat we gaan vloeken groter is in plaats van kleiner. De ironie!

woensdag 20 oktober 2010

Nieuwe folder Other[w]eyes!

We hebben al een folder gepost waarin onze workshops beschreven staan (klik hier). Maar uiteraard mag een info folder over de service van Other[w]eyes niet ontbreken!

maandag 18 oktober 2010

Een verklaring voor de wachttijd in het ziekenhuis

Laatst was ik ter ondersteuning met mijn tante mee naar het ziekenhuis. We hadden een afspraak bij route 380. Dat is geen highway in de VS, maar een route in het UMC St Radboud, die leidt naar de spataderpoli. Toen mijn tante en ik bij de wachtruimte aankwamen, leek het net of we in een bejaardencentrum terecht waren gekomen. Er zaten welgeteld 22 bejaarde heren en dames in de wachtkamer. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar mijn tante was al niet blij met haar kwaal en toen ze daar binnenstapte voelde ze zich ook nog eens twee keer zo oud.
Priming
Het ging allemaal erg langzaam op de poli. Wanneer een arts zijn patiënt kwam halen, stond deze heel voorzichtig op, greep de rollator en liep dan stapje voor stapje mee naar de kamer van de dokter. “Ken je dat experiment met die bejaarden?" vroeg ik mijn tante. Het experiment gaat over priming. Priming betekent dat iets in je omgeving een bepaald concept in je brein activeert. De activatie van dat concept heeft vervolgens effect op je emotie, cognitie en gedrag. Er worden voortdurend concepten geactiveerd die ons gedrag beïnvloeden, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Waar krijg je zin in bij de geur van verse koffie? Juist, koffie.
Experiment met bejaarden
Bij het experiment met de bejaarden deden studenten mee aan een taak in het onderzoekslab. In de taak kregen ze verschillende foto’s te zien. Bij de ene groep waren dat foto’s van mensen van middelbare leeftijd en bij de andere groep foto’s van bejaarden. Zoals vaak bij experimenten ging het de onderzoekers niet om de taak. Het ging om het concept dat de foto’s zouden activeren. De verwachting was dat het zien van bejaarden het concept “langzaam” zou activeren. Na afloop van het experiment werd namelijk gemeten hoeveel minuten het de deelnemers kostte naar de uitgang van het lab te lopen. Wat bleek nu? Deelnemers die foto’s van bejaarden hadden gezien liepen langzamer naar de uitgang, dan de controle groep!
Wachttijd op de poli
Dus alleen al door het zien van foto’s  van bejaarden, gaan mensen langzamer lopen. Wat zou het effect zijn van tientallen bejaarden op de medewerkers op een poli?  Zou de arts langzamer lopen en de assistente langzamer typen? Mogelijk gaat er veel tijd verloren, doordat het (loop)tempo op de poli vertraagd is. Wat kunnen we doen om te zorgen dat deze vertraging opgeheven wordt? Kijk, dat zijn nu onderwerpen waar wij onderzoek naar kunnen doen. Op mijn tante en mij heeft het waarschijnlijk weinig effect gehad, want wij wisten niet hoe snel we daar weg moesten zijn.  

woensdag 13 oktober 2010

And the nominees are...

Hoe kunnen managers gebruik maken van kennis over gedragsbeïnvloeding?
Dit was de grote vraag die de organisatie van het Management café in Den Haag ons stelde. Gisteren namen ongeveer 70 managers van Belastingkantoor Haaglanden deel aan onze workshop Met Andere Ogen: Willen, durven en geloven. In deze workshop gaan we in op weerstanden en hoe je daar effectief op inspeelt. * In de workshop beloofden we de deelnemers een blog te schrijven over een onderdeel dat we niet plenair hebben besproken. Bij deze dus!
Mobiliteit bij de Belastingdienst
Tijdens de workshop hebben we de deelnemers op verschillende manieren aan het werk gezet. Het is tenslotte een ‘work’ shop. De opdracht die we in deze blog bespreken, heeft te maken met mobiliteit: een hot item binnen de Belastingdienst. Zesduizend medewerkers kregen vorig jaar een brief met het vriendelijke verzoek ogen en oren op te houden voor een andere baan binnen of buiten de dienst. Dat is nogal wat…

Hoe krijg je mensen in beweging?
In de wandelgangen merkten wij dat medewerkers niet echt in beweging kwamen. Velen dachten dat het wel over zou waaien of zo’n vaart niet zou lopen. Een van de weerstanden die hier een rol speelt, heet: inertia. Iemand met inertia is het niet perse oneens met je, diegene kan het zelfs helemaal met je eens zijn, maar het probleem is dat diegene niet in beweging komt. Als medewerkers ja zeggen, maar blijven zitten waar ze zitten, heeft de Belastingdienst natuurlijk wel een serieus probleem.
Een van de technieken om inertia weg te nemen, is gebruik maken van sociale bewijskracht (zie de blog van 4 oktober). Het principe betekent dat we naar anderen kijken in onzekere situaties. De brief over mobiliteit leidt tot een onzekere situatie voor medewerkers. Je kunt dus verwachten dat mensen naar elkaar kijken om te zien wat het juiste gedrag is. En wat zagen wij tot onze grote verbazing? Artikelen over mobiliteit hebben koppen die een negatieve sociale bewijskracht tonen, bijvoorbeeld: de mobiliteit komt moeilijk op gang. Ai!
Creatieve koppen
Dat kan veel beter! Om die reden hebben we de deelnemers van de workshop uitgedaagd creatieve krantenkoppen te bedenken voor een artikel over mobiliteit. Daarbij was het de bedoeling dat de krantenkop ervoor zorgt dat medewerkers wel in beweging komen. Tijdens de oefening zelf zagen we trouwens ook het effect van sociale bewijskracht. Toen we mensen vroegen naar voren te komen, bleef het even stil. Mensen keken elkaar een tijdje aan. Pas toen een paar mensen het voortouw namen, volgde de rest ook. In totaal hebben we 13 krantenkoppen verzameld.
And the nominees are… *tromgeroffel*
Uiteraard in willekeurige volgorde:
  • Nooit gedacht dat het zo leuk kon zijn!
  • Neem een voorbeeld aan Will, doe wat je wil!
  • Wat heeft deze mensen bewogen?
  • Medewerkers van hoog tot laag, grijpen hun kans!
  • Al 50 ex collega’s nog blijer in een nieuwe baan.
Stel dat jij een medewerker bent bij de Belastingdienst…
Welke krantenkop zou jou dan het meeste aanspreken? Je stemt gemakkelijk door meteen een mailtje te sturen naar info@otherweyes.nl met daarin jouw voorkeur. Aan de genomineerden de vraag je naam en bijbehorende krantenkop te mailen naar hetzelfde adres. Eind oktober sluiten we de stemming en maken we de winnaar bekend op deze plaats!
*Ook interesse in een workshop bij jouw bedrijf? Stuur een mailtje naar info@otherweyes.nl en we sturen je vrijblijvend meer informatie.

dinsdag 12 oktober 2010

maandag 4 oktober 2010

Sociale bewijskracht op het CDA congres

Afgelopen zaterdag vond het CDA congres plaats. De live uitzending trok een recordaantal kijkers, tijdens de stemming maar liefst 1,4 miljoen. Het was dan ook erg spannend: zou het congres voor of tegen kabinetsdeelname stemmen?

De stemming
Aan het eind van een lange dag zaten ruim 4000 leden met rode wangen van de warmte en vermoeidheid klaar voor de stemming. Hier waren ze voor gekomen…

De procedure van de stemming zorgde voor een boel verwarring. Er werden verschillende resoluties voorgelegd aan het congres. De formulering was niet altijd even duidelijk, bijvoorbeeld: “Deze resolutie is eigenlijk het tegenovergestelde van de vorige, bent u voor of tegen?”. Bovendien was er gedoe met gekleurde stemkaarten: “Is dit nou paars?”. Kortom, er was veel onduidelijkheid over de stemming en de leden waren uitgeput van de lange dag. Mogelijk heeft dit effect gehad op het stemgedrag.


Uitputting en sociale bewijskracht
“Om een goede beslissing te maken, moet je uitgerust zijn” stellen we in onze blog van 13 september. Bij uitputting hebben mensen niet genoeg cognitieve capaciteit om een bewuste afweging te maken van het juiste gedrag.
Wanneer mensen niet goed weten wat ze moeten doen, kijken ze naar anderen om te bepalen wat het juiste gedrag is in een bepaalde situatie. We zijn dan sterk geneigd de meerderheid te volgen. Dit principe noemen we in de psychologie: sociale bewijskracht. Zo bleek uit onderzoek bijvoorbeeld dat wanneer één iemand op straat omhoog keek, slechts 15% van de passerende mensen dit ook deed. Wanneer echter vijftien mensen omhoog keken, deed 85% van de passanten dit ook. Je komt principe overal tegen. Als je bijvoorbeeld in de trein niet weet aan welke kant het perron komt, ga je staan aan de kant waar al anderen staan. Het algemene gedachtegoed hierbij is: “als iedereen het doet, zal het wel juist zijn om het ook te doen”.

Effecten op het CDA congres
De uitslag van het congres was 68% voor en 32% tegen. Doordat de stemming met gekleurde kaarten gedaan werd, konden mensen makkelijk zien wat de meerderheid deed. Het kan dus zijn dat mensen bij de stemming hun beslissing hebben gemaakt op basis van sociale bewijskracht. Dit kunnen we natuurlijk niet met zekerheid bepalen.
Om te zorgen dat mensen een bewuste afweging maken, is het belangrijk dat mensen uitgerust zijn. Een lange en emotionele dag is geen goede basis voor een stemronde. Beter was het geweest deelnemers een nachtje te laten slapen over hun keuze. Uit vele onderzoeken is gebleken dat mensen dan een betere keuze maken (zie blog 13 september). Ook kunnen stemkastjes bijdragen aan het voorkomen van sociale bewijskracht, omdat mensen dan hun eigen keuze moeten maken.

dinsdag 28 september 2010

Hé, je zit op mijn plek!

Ik heb sinds kort geen eigen kantoor meer die volhangt met foto’s (en uiteraard andere redelijk onzinnige prullaria), maar een grote werkruimte gedeeld met collega’s. Sommige mensen balen van deze flexwerkplekken, anderen omarmen het met veel enthousiasme (en anderen kunnen het weer overdrijven ;-). Maar hoe je het ook went of keert, de flexwerkplek is niet meer weg te slaan. 

Toch vind ik dat de ‘flex’ van ‘flexwerkplek’ een beetje begint weg te vallen. Wanneer ik ’s ochtends binnenkom, weet ik precies waar Piet zit en is Henk ook niet van zijn plekje weg te slaan. Zelfs enkele flexwerk enthousiastelingen zijn ’s ochtends op hun vaste werkplek te vinden.

Waarom we willen wat we hebben
Toen ik dit zag gebeuren (ik maakte me er helaas ook schuldig aan...), moest ik meteen aan een sociaal experiment denken. Bij dit experiment draaide het echter niet om flexwerkplekken, maar waren mokken en pennen het middelpunt van de aandacht. Tijdens het experiment werd een groep studenten in tweeën gedeeld, waarbij de ene helft een mok ontving en de andere helft een pen. Uiteraard waren deze studenten dolblij dat ze zomaar iets kregen, maar je kunt je voorstellen dat sommigen liever een pen dan een mok hadden gewild of vice versa. Dit dachten de onderzoekers ook en daarom waren ze zo aardig de studenten de gelegenheid tot ruilen te geven. Maar wat bleek: slechts 12% van de studenten was bereid hun mok of pen te ruilen. De overige 88% was zo gehecht geraakt aan hun voorwerp dat ze deze dolgraag mee naar huis wilden nemen. Dit wordt ook wel het endowment effect of de bezitsneiging genoemd, waarbij het verliezen van een product als veel erger wordt ervaren, dan het verkrijgen van een nieuw product als gunstig wordt ervaren.

Mijn flexwerkplek
En zo is het eigenlijk ook een beetje met flexwerken. Je ontdekt een fijn plekje en bombardeert dat spontaan tot jouw hoogsteigen plekje; flexwerkplek of niet. Wanneer iemand anders dan op jouw plek zit bij binnenkomst (hoe durft hij!), voelt dat aan als een verlies. Ook al zit je die dag op een ander fijn plekje, de winst van het verkrijgen van dit plekje weegt bij lange na niet op tegen het verlies van je oude plekje. De flexwerkplek wordt dus eigenlijk steeds meer ‘mijn’ flexwerkplek.

Zo, en nu ga ik maar eens van locatie verwisselen!

vrijdag 24 september 2010

Wat zou jij doen?

Wat zou jij doen als je in de berm een auto scheef ziet staan, waarbij het in een flits lijkt dat de bestuurder met haar hoofd op het stuur ligt? Probeer je ergens te keren of denk je dat anderen wel iets zullen doen? De meeste mensen doen waarschijnlijk het laatste. Het is de pijnlijke waarheid die psychologen ontdekten na de moord op Kitty Genovese.

Kitty Genovese
Het verhaal speelt zich af in New York in de jaren zestig...
De 28 jarige Kitty Genovese reed midden in de nacht naar huis. Toen ze haar auto bij haar flat geparkeerd had, werd ze aangevallen. De belager stak haar midden op straat in haar rug. Kitty schreeuwde het uit. Bewoners van de flat schrokken wakker en keken uit hun raam. Een man riep: “Laat haar met rust!”. De belager nam afstand. Kitty strompelde naar de flat, maar de belager volgde haar weer. Een aantal bewoners riep nog wat, maar al snel was het stil. Kitty was in het portiek toen de man weer achter haar stond. Hij verkrachtte haar en stak haar nog twee keer. Pas na een half uur belde een buurtbewoner de politie. In de ambulance overleed Kitty. Uit het onderzoek van de politie bleek dat verschillende buurtbewoners van elkaar dachten dat de ander wel iets zou ondernemen.*

Diffusion of responsibility
Dit was voor verschillende psychologen aanleiding onderzoek te doen naar dit fenomeen. Hoe kan het dat mensen op zo’n cruciaal moment niet handelen? Het verschijnsel kreeg een naam: diffusion of responsibility. In een van de eerste lessen sociale psychologie leerde ik dit principe en daar ben ik Prof. Roos Vonk nog steeds dankbaar voor.

Auto in de berm
Een paar jaar geleden zag ik in de berm een auto scheef staan en in een flits leek het dat een vrouw met haar hoofd op het stuur lag. Ik schrok en vertelde de bestuurder wat ik zag. “Denk je niet dat anderen wel iets zullen doen?” Bij die vraag gingen alle alarmbellen rinkelen: Nee, dat denk ik niet! We hebben toen een ietwat gevaarlijke U-turn gemaakt. Op het moment dat we de auto naderden, zagen we een politie auto stoppen. Gelukkig!

Dat is natuurlijk ook een manier: 112 bellen. Beter dat tientallen automobilisten 112 bellen, dan dat die mevrouw daar uren had gelegen. Houd dit dus in je achterhoofd: In een situatie waar ook jij actie kunt ondernemen, doe het dan gewoon! Denk maar eens aan Jasper Schuringa die de terrorist overmeesterde in het vliegtuig…

*Er doen allerlei verhalen de ronde over Kitty Genovese. In sommige verhalen wordt zelfs getwijfeld aan de echtheid. Of het verhaal nu waargebeurd is of niet, het illustreert het fenomeen dat we in het dagelijks leven in verschillende verschijningsvormen tegenkomen.