maandag 16 juli 2012

Oud versus jong: wie beslist beter?

Op een feestje hoorde ik iemand verontwaardigd vertellen over een jongere collega die gezegd had dat het tijd werd dat ‘die fossielen de arbeidsmarkt eens zouden verlaten’. Behalve dat het niet zo sympathiek is, zit hier er meer achter de pijn van deze opmerking. Met de huidige vergrijzing en onrust over langer doorwerken wordt het verschil tussen jong en oud steeds scherper neergezet: jongeren hebben de toekomst en oude bokken hebben stijve horens…


Risico zoeken of mijden
Het stereotype beeld is dat jongeren meer risico nemen en ouderen behoudender zijn. In de wetenschap wordt al sinds de jaren ’60 onderzoek gedaan naar het verschil tussen jong en oud. En het is nog niet zomaar een uitgemaakte zaak. Bij zelfrapportage geven ouderen aan meer risicomijdend te zijn dan jongeren. Wanneer ze echter daadwerkelijk vraagstukken voorgelegd krijgen en er naar hun gedrag wordt gekeken verdwijnt dat verschil weer.


Jongeren zijn beter!
Recent onderzoek probeerde antwoord te geven op de vraag wie er beter is in het nemen van beslissingen. In twee experimenten lieten de onderzoekers twintigers en zestigers taken doen waarin ze keuzes moeste maken. In het eerste experiment moesten de deelnemers uit vier kaarten kiezen en hadden ze opdracht 550 punten te verzamelen. Wat de deelnemers niet wisten was dat het eerste deel de kaarten A meer punten gaven en het tweede deel de B kaarten of omgekeerd. Het beste was dus van strategie te veranderen, wanneer de kaarten minder punten opleverden. Het aantal punten was onafhankelijk van de eerdere keuzes die de deelnemers maakten. Jongeren bleken hier significant meer punten te verzamelen dan ouderen (gem. 522 vs 506).


Of zijn ouderen toch beter?
De taak in het experiment, rechts de zuurstoftanks.
Het tweede experiment was een meer dynamische taak. De deelnemers kregen het volgende scenario voorgelegd:

Je bent op Mars en moet zorgen dat zuurstof van de bestaande tank in een grotere tank wordt overgebracht. Er zijn echter twee manieren om dit te doen: A en B. De horizontale lijn op de ‘cumulative’ tank (rechts in de afbeelding) staat voor de hoeveelheid zuurstof die nodig is om te overleven.

De kern van deze taak is dat de deelnemers ontdekken welke manier het meest efficiënt is over tijd. De hoeveelheid zuurstof was afhankelijk van de keuzes van de deelnemers, ze moesten dus een goede strategie kiezen. Mocht je ooit in zo’n situatie terecht komen dan kun maar beter de oudste van de groep aan het werk zetten. Ouderen scoorden namelijk significant beter dan jongeren.


Conclusie?
Er is dus een verschil tussen ouderen en jongeren in het nemen van beslissingen. Ouderen blijken beter in het maken van hypotheses over de gevolgen van bepaalde keuzes, terwijl jongeren beter in staat zijn een efficiënte keuze te maken. Het complexere vraagstuk uit het tweede experiment lijkt meer op dilemma’s in de het dagelijks leven. Dus hoezo fossielen? Het jonge grut kan nog wel wat leren van de oude wijzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten