Op een feestje hoorde ik iemand verontwaardigd vertellen
over een jongere collega die gezegd had dat het tijd werd dat ‘die fossielen de
arbeidsmarkt eens zouden verlaten’. Behalve dat het niet zo sympathiek
is, zit hier er meer achter de pijn van deze opmerking. Met de huidige vergrijzing en onrust
over langer doorwerken wordt het verschil tussen jong en oud steeds scherper
neergezet: jongeren hebben de toekomst en oude bokken hebben stijve horens…
Risico zoeken of
mijden
Het stereotype beeld is dat jongeren meer risico nemen en
ouderen behoudender zijn. In de wetenschap wordt al sinds de jaren ’60
onderzoek gedaan naar het verschil tussen jong en oud. En het is nog niet
zomaar een uitgemaakte zaak. Bij zelfrapportage geven ouderen aan meer risicomijdend te zijn dan jongeren. Wanneer ze echter daadwerkelijk vraagstukken
voorgelegd krijgen en er naar hun gedrag wordt gekeken verdwijnt dat verschil
weer.
Jongeren zijn beter!
Recent onderzoek probeerde antwoord te geven op de vraag wie er
beter is in het nemen van beslissingen. In twee experimenten lieten de
onderzoekers twintigers en zestigers taken doen waarin
ze keuzes moeste maken. In het eerste experiment moesten de deelnemers uit vier
kaarten kiezen en hadden ze opdracht 550 punten te verzamelen. Wat de
deelnemers niet wisten was dat het eerste deel de kaarten A meer punten gaven en
het tweede deel de B kaarten of omgekeerd. Het beste was dus van strategie te
veranderen, wanneer de kaarten minder punten opleverden. Het aantal punten was
onafhankelijk van de eerdere keuzes die de deelnemers maakten. Jongeren bleken
hier significant meer punten te verzamelen dan ouderen (gem. 522 vs 506).
Of zijn ouderen toch
beter?
De taak in het experiment, rechts de zuurstoftanks. |
Het tweede experiment was een meer
dynamische taak. De deelnemers kregen het volgende scenario voorgelegd:
Je bent op Mars en
moet zorgen dat zuurstof van de bestaande tank in een grotere tank wordt
overgebracht. Er zijn echter twee manieren om dit te doen: A en B. De
horizontale lijn op de ‘cumulative’ tank (rechts in de afbeelding) staat voor de hoeveelheid zuurstof die
nodig is om te overleven.
De kern van deze taak is dat de deelnemers ontdekken welke
manier het meest efficiënt is over tijd. De hoeveelheid zuurstof was afhankelijk
van de keuzes van de deelnemers, ze moesten dus een goede strategie kiezen. Mocht
je ooit in zo’n situatie terecht komen dan kun maar beter de oudste van de
groep aan het werk zetten. Ouderen scoorden namelijk significant beter dan
jongeren.
Conclusie?
Er is dus een verschil tussen ouderen en jongeren in het
nemen van beslissingen. Ouderen blijken beter in het maken van hypotheses over de
gevolgen van bepaalde keuzes, terwijl jongeren beter in staat zijn een efficiënte
keuze te maken. Het complexere vraagstuk uit het tweede experiment lijkt meer
op dilemma’s in de het dagelijks leven. Dus hoezo fossielen? Het jonge grut kan
nog wel wat leren van de oude wijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten