Vorig jaar schreef ik dat een volle blaas ertoe leidt dat je verstandigere keuzes maakt (lees daarover op: http://otherweyes.blogspot.com/2011/03/het-nut-van-een-volle-blaas.html). In de praktijk sta ik toch liever niet te wiebelen tijdens het shoppen, dus bezocht ik van de week maar weer eens een toilet in een warenhuis. Meteen kwam die bekende schoonmaakgeur me tegemoet. Dit deed me denken aan het onderzoek dat een aantal jaar geleden is gedaan op de Radboud Universiteit: “Smells like clean spirit”. Hieruit blijkt het een slimme zet van de toiletjuffrouw om die schoonmaakgeur te verspreiden.
In het lab deden studenten mee aan een onderzoek. Achter de computer moesten ze een zogenaamde woord-herkenningstaak doen. De bedoeling is dan dat je van een rijtje letters aangeeft of het een bestaand woord vormt of niet. Een deel van de woorden had te maken met schoonmaken, bijvoorbeeld ‘nstpoee’ (poetsen). Wat de studenten niet wisten was dat er bij de helft van de deelnemers in het kamertje een emmertje met schoonmaakmiddel stond. Op de woorden die niets te maken hadden met schoonmaken reageerden beide groepen even snel. Bij de woorden die te maken hadden met schoonmaken, bleek de groep waar het emmertje met schoonmaakmiddel in de kamer stond, significant sneller te reageren! Op een enkeling na hadden de studenten niet eens gemerkt dat het naar schoonmaakmiddel rook in de kamer.
Intentie om schoon te maken
Ook in het tweede experiment stond bij de ene helft een emmertje schoonmaakmiddel in de kamer en bij de andere helft niet. Er werden verschillende vragen voorgelegd aan de studenten. Niemand merkte hier de schoonmaakgeur op, maar toch gaf 'de geur groep' andere antwoorden. Op de vraag welke vijf activiteiten ze vandaag zouden doen, antwoordde de controle groep in 11% van de gevallen dat ze zouden gaan schoonmaken. Bij de groep waar een emmertje stond had ineens 36% de intentie om schoon te maken!
Gaan ze ook daadwerkelijk vaker schoonmaken?
De onderzoekers wisten nu dat het concept schoonmaken geactiveerd was, dat de deelnemers de intentie hebben om schoon te maken, maar gaan ze ook daadwerkelijk vaker schoonmaken? In het derde experiment hingen de onderzoekers een verborgen camera op. Hier kregen de studenten een vragenlijst om ze af te leiden. Het ging de onderzoekers namelijk om iets anders. Bij de vragenlijst kregen ze de opdracht om een droog beschuitje te eten. Zoals we allemaal weten, kruimelt dat enorm. De vraag was nu: ruimen ze de kruimels op? Onafhankelijke beoordelaars telden later hoe vaak de studenten de kruimels opruimden. Ook hier was het verschil behoorlijk: in een ruimte met schoonmaakgeur veegden de studenten ruim drie keer vaker de tafel schoon!
Die toiletjuffrouwen hebben het dus goed begrepen met die schoonmaakgeur: door die geur zullen wij het toilet waarschijnlijk schoner achterlaten dan zonder de geur.