De perceptie van onze omgeving wordt vaak gekleurd door de context. Met andere woorden: we zien de wereld niet altijd zoals deze werkelijk is. Neem bijvoorbeeld onderstaand plaatje. Deze zin kun je makkelijk lezen, of niet? Dat komt doordat we de context gebruiken bij het herkennen van de letters. In onderstaand plaatje kan hetzelfde patroon van lijnen gelezen worden als een A of een H.
Het fenomeen van het omgekeerde gezicht
Dat onze interpretatie drastisch wordt beïnvloed door de context waarin kenmerken voorkomen, wordt ook bewezen in onderstaand voorbeeld. Kijk eens naar de twee omgekeerde gezichten.
Ze zien er misschien een beetje vreemd uit - mede doordat je gezichten normaal gesproken niet ondersteboven ziet en mede door de prachtige styling - maar geen van tweeën lijkt er veel erger aan toe te zijn dan de ander. Totdat je de gezichten goed draait en je deze niet meer ondersteboven ziet. Dan zie je meteen dat er drastische verschillen bestaan tussen de twee gezichten...
Het fenomeen van het omgekeerde gezicht
Dat onze interpretatie drastisch wordt beïnvloed door de context waarin kenmerken voorkomen, wordt ook bewezen in onderstaand voorbeeld. Kijk eens naar de twee omgekeerde gezichten.
Ze zien er misschien een beetje vreemd uit - mede doordat je gezichten normaal gesproken niet ondersteboven ziet en mede door de prachtige styling - maar geen van tweeën lijkt er veel erger aan toe te zijn dan de ander. Totdat je de gezichten goed draait en je deze niet meer ondersteboven ziet. Dan zie je meteen dat er drastische verschillen bestaan tussen de twee gezichten...
De verklaring
Hoe komt het nou dat het linkse gezicht ondersteboven redelijk normaal lijkt, maar eenmaal gedraaid afschuwelijk? Volgens Rock (1988) is de oriëntatie van de figuur een verklaring; de relatie tussen de delen van een figuur gaan namelijk verloren als je de figuur mentaal moet roteren. Hierdoor kunnen wij niet goed zien dat de mond en ogen in verhouding tot de rest van de gezichtsonderdelen sterk afwijkt. Iets wat we meteen zien wanneer de oriëntatie van de foto klopt en de relatie tussen de delen wel aanwezig is.
Bartlett en Searcy (1993) zien niet de relatie tussen de delen als verklaring, maar de niet functionerende groeperingsprocessen. Volgens hen wordt het groeperen van de individuele elementen bemoeilijkt wanneer we gezichten of figuren mentaal moeten omdraaien. Wanneer het gezicht rechtop staat, werken onze normale groeperingsprocessen echter wel en springen de afwijkingen eruit.
Onze hersenen kunnen ons dus aardig voor de gek houden. En ik voel me altijd een idioot wanneer ik me daar bewust van word; alsof mijn hersenen een eigen leven leiden. Hoewel, misschien is dat ook wel zo... ;-)
Bartlett en Searcy (1993) zien niet de relatie tussen de delen als verklaring, maar de niet functionerende groeperingsprocessen. Volgens hen wordt het groeperen van de individuele elementen bemoeilijkt wanneer we gezichten of figuren mentaal moeten omdraaien. Wanneer het gezicht rechtop staat, werken onze normale groeperingsprocessen echter wel en springen de afwijkingen eruit.
Onze hersenen kunnen ons dus aardig voor de gek houden. En ik voel me altijd een idioot wanneer ik me daar bewust van word; alsof mijn hersenen een eigen leven leiden. Hoewel, misschien is dat ook wel zo... ;-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten