Toch vind ik dat de ‘flex’ van ‘flexwerkplek’ een beetje begint weg te vallen. Wanneer ik ’s ochtends binnenkom, weet ik precies waar Piet zit en is Henk ook niet van zijn plekje weg te slaan. Zelfs enkele flexwerk enthousiastelingen zijn ’s ochtends op hun vaste werkplek te vinden.
Waarom we willen wat we hebben
Toen ik dit zag gebeuren (ik maakte me er helaas ook schuldig aan...), moest ik meteen aan een sociaal experiment denken. Bij dit experiment draaide het echter niet om flexwerkplekken, maar waren mokken en pennen het middelpunt van de aandacht. Tijdens het experiment werd een groep studenten in tweeën gedeeld, waarbij de ene helft een mok ontving en de andere helft een pen. Uiteraard waren deze studenten dolblij dat ze zomaar iets kregen, maar je kunt je voorstellen dat sommigen liever een pen dan een mok hadden gewild of vice versa. Dit dachten de onderzoekers ook en daarom waren ze zo aardig de studenten de gelegenheid tot ruilen te geven. Maar wat bleek: slechts 12% van de studenten was bereid hun mok of pen te ruilen. De overige 88% was zo gehecht geraakt aan hun voorwerp dat ze deze dolgraag mee naar huis wilden nemen. Dit wordt ook wel het endowment effect of de bezitsneiging genoemd, waarbij het verliezen van een product als veel erger wordt ervaren, dan het verkrijgen van een nieuw product als gunstig wordt ervaren.
Mijn flexwerkplek
En zo is het eigenlijk ook een beetje met flexwerken. Je ontdekt een fijn plekje en bombardeert dat spontaan tot jouw hoogsteigen plekje; flexwerkplek of niet. Wanneer iemand anders dan op jouw plek zit bij binnenkomst (hoe durft hij!), voelt dat aan als een verlies. Ook al zit je die dag op een ander fijn plekje, de winst van het verkrijgen van dit plekje weegt bij lange na niet op tegen het verlies van je oude plekje. De flexwerkplek wordt dus eigenlijk steeds meer ‘mijn’ flexwerkplek.
Zo, en nu ga ik maar eens van locatie verwisselen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten