Dit artikel verscheen vandaag ook op de site van de Volkskrant,
Donderdagavond zat Wouke van Scherrenburg aan tafel bij Pauw en Witteman. Zij bespraken daarin kort het effect van peilingen op het stemgedrag van kiezers. De algemene toon was dat peilingen echt niet zo’n effect op mensen zouden hebben. Ook dit was gepeild (onbekend onder hoeveel mensen trouwens): 79% van de respondenten gaf aan dat hun stem niet beïnvloed werd door peilingen. Mevrouw van Scherrenburg gebruikte deze meerderheid als bewijs en zei iets in de trant van ‘als de meerderheid het zegt’…
Herkenbaar?
Trouwe volgers van onze blog zullen deze uitspraak herkennen als het principe van sociale bewijskracht: “Als de meerderheid het zegt, zal het wel goed zijn”. Vooral in onzekere situaties kijken we naar anderen om te bepalen wat we het beste kunnen doen. Vaak is dit heel nuttig; als de meeste voetgangers stoppen zal het stoplicht wel op rood staan, dus is het verstandig zelf ook te stoppen. In het geval van de uitspraak van mevrouw van Scherrenburg is er echter iets anders aan de hand. De clou is namelijk dat ons gedrag voor het overgrote deel (volgens sommigen maar liefst 95%) het gevolg is van onbewuste processen. We zijn ons er dus helemaal niet van bewust dat we beïnvloed worden! Daar komt bij dat we ook graag unieke individuen zijn met onze eigen mening en keuzevrijheid. Logisch dus dat 79% van de respondenten denkt dat peilingen geen invloed zal hebben op hun stem.
Wat is het ware verhaal?
Natuurlijk worden we wel beïnvloed door peilingen! Alleen al door het principe vansociale bewijskracht: als veel mensen zeggen dat ze op een bepaalde partij gaan stemmen, dan volgen er vanzelf meer. Hetzelfde andersom: bij een dalend aantal zetels, denken we dat dan wel een goede reden zal hebben. Maar dit hoeft helemaal niet! In een onderzoek op straat keek eerst 1 man omhoog, daar reageerde bijna niemand op. Toen echter in dezelfde setting een groepje mensen omhoog stond te kijken, sloten massa’s mensen zich erbij aan en staarden met z’n allen omhoog. En wat was het mooie? Daar was helemaal niets te zien! We volgen dus blind de meerderheid als we het zelf even niet weten.
En dit is nog maar een voorbeeld van beïnvloeding. Zwevende kiezers zijn onzeker over hun keuze en dus juist gevoelig voor allerlei psychologische principes. Waarom denk je dat al die lijsttrekkers (de mannelijke dan) ineens allemaal in pak met stropdas staan? Het principe van autoriteit. Het spotje van Diederik Samsom met zijn gezin? Sympathie. En wat dacht je van aantrekkelijkheid? Onbewust denken we dat mooie mensen vast ook heel slim, zelfverzekerd en competent zijn. Dit noemen we het halo effect: onze automatische neiging om een algemene eigenschap (mooi) te generaliseren naar andere eigenschappen (slim). Aantrekkelijke politici hebben simpelweg een grotere kans om verkozen te worden. Dat weet zelfs een kind. Letterlijk, want dit is meerdere keren onderzocht op scholen. Kinderen kregen foto’s van kandidaten uit andere landen te zien en hen werd gevraagd wie ze zouden kiezen. De kinderen hadden dus geen idee van de inhoud en zagen niets meer dan een foto. De keuze van de kinderen voorspelde voor 70% de uitslag van de verkiezingen!
Dus wat te doen voor 12 september?
Je weet nu dat je voortdurend beïnvloed wordt door factoren waar je je niet bewust van bent. Uit onderzoek is gebleken dat het kan helpen om je onbewuste aan het werk te zetten met inhoudelijke argumenten. Een advies voor dinsdag 11 september: verzamel inhoudelijke punten van de partijen die je overweegt. Slaap er een nachtje over en volg woensdag in het stemhokje je intuïtie. Succes!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten