zaterdag 21 augustus 2010

Wé hebben de finale gehaald!

De afgelopen verkiezingen deelde Nederland weer op in links en rechts. De discussies liepen hoog op. Gelukkig was daar het WK in Zuid-Afrika. Het flirten van Rutte en Wilders werd vervangen door het kushandje van Wesley naar Yolanthe. Ruim 12 miljoen Nederlanders, van jong tot oud stonden als één man achter Oranje.

Mooi hè, dat een WK ervoor zorgt dat al die individuen samen één groep vormen? Ineens maakt het niet meer uit welk beroep iemand heeft of waar iemand is opgegroeid. Voetbal brengt mensen samen, maar zoals Rinus Michels het al eens zei: “Voetbal is (ook) oorlog”. Dit jaar werd de bekerfinale tussen Ajax en Feyenoord uit voorzorg in twee wedstrijden gespeeld. De dreiging van geweld was te groot. De beide clubkleuren zijn rood en wit, maar toch heerst er tussen de supporters behoorlijke vijandigheid. Ajax is voor ajacieden de ingroup, terwijl Feyenoorders gezien worden als outgroup. Dit fenomeen, sociale categorisatie, heeft vele gevolgen. Mensen van onze ingroup zien we als beter, slimmer en knapper. Ook als die indeling volstrekt willekeurig is. Bij introducties worden studenten bijvoorbeeld willekeurig ingedeeld in groepen met rode en blauwe shirts. Mensen met dezelfde kleur bevoordelen elkaar, ook al hadden ze net zo goed bij de andere kunnen horen.

Waarom we dat doen?
Simpelweg om een goed gevoel over onszelf te houden. Volgens de sociale identiteitstheorie zien we onze eigen groep positiever, zodat we onze zelfwaardering hoog kunnen houden. Gelukkig ligt sociale categorisatie niet zo vast als het lijkt. Het is afhankelijk van de context. Ter vergelijking, als je in het buitenland bent, zeg je: ik kom uit Nederland. Wanneer je echter in Nederland bent, zal je vertellen in welke plaats je woont.

Wanneer het Nederlands elftal in de finale staat, is het niet meer relevant welke club uit de eredivisie jouw voorkeur heeft. Oranje is de ingroup, dus hand in hand kijken we naar ons Oranje. Misschien kunnen we daar ook iets mee voor de politiek…

donderdag 12 augustus 2010

Thinking straight while seeing red

Ondanks dat sociale psychologie mijn passie is, heeft het één nadeel: sommige resultaten van de psychologische onderzoeken liggen in lijn met onze (logische) verwachtingen.  Neem bijvoorbeeld het principe van wederkerigheid. Dit principe is veelvuldig onderzocht en laat zien dat mensen sneller op je verzoek instemmen wanneer je van te voren moeite voor ze hebt gedaan. Logisch toch? Hierdoor krijg ik weleens de vraag waarom sociaal psychologische onderzoeken nuttig zijn: men vindt het allemaal te veel voor de hand liggen.

Zijn er ook nuttige onderzoeken dan?
Er zijn echter ook veel onderzoeken met minder voor de handliggende resultaten. Laatst las ik zo’n onderzoek over woede en boosheid. We weten dat woedende mensen meer discrimineren, vaker agressief zijn en risico’s onderschatten. Daarbij nemen we automatisch aan dat woede het helder nadenken aantast. Waarom zouden woedende mensen anders zulke stomme acties vertonen?

Verassende resultaten
Deze aanname blijkt echter helemaal niet zo logisch als we denken. Uit drie recente onderzoeken van Wesley Moons en Diane Mackie is gebleken dat woedende mensen juist meer - in plaats van minder - rationeel en analytisch nadenken. Tijdens het onderzoek riepen zij woede op bij hun proefpersonen. Daarna kregen de proefpersonen verschillende argumenten te horen voor een weinig populaire stelling. De proefpersonen met woede waren verassend genoeg meer analytisch in hun denken dan de proefpersonen zonder woede. Soms is de actie van een woedende persoon dus het resultaat van heldere beredenatie en niet van blinde woede.

Blijf nieuwsgierig
Stel je voor dat dit nooit onderzocht was. Dan hadden we nu minder inzichten gehad in het hoe en waarom van woede en de gevolgen daarvan. Soms is het dus juist nuttig om logische veronderstellingen te onderzoeken. 

donderdag 5 augustus 2010

Zijn we altijd zo braaf?



We zijn zo gewend ons te conformeren aan geslachtsrollen, dat het bijna een tweede natuur is de deur te nemen waarop het juiste geslacht staat. Eigenlijk heel logisch: wanneer je hoognodig naar de wc moet, kies je ook de juiste deur (in een publiek gebouw dan, thuis valt er niet zo veel te kiezen).

Zoals je in het filmpje kunt zien, geldt dit principe zelfs wanneer het eigenlijk nutteloos is (door de glazen deuren was immers al te zien dat iedereen in dezelfde hal uitkwam). Tja, soms volgen we automatisch de meest simplistische en onzinnige regels op.

maandag 2 augustus 2010

Bescheiden mannen

Ik weet niet beter dan dat er bij elke vergadering een man aanwezig is die iets te veel van zijn eigen aanwezigheid geniet. Geheel onbescheiden betreed hij het podium, om daar het komende uur niet meer vanaf te komen.

Omdat ik dan toch nauwelijks aan het woord kom, heb ik alle tijd om na te denken. Logischerwijs heb ik me vaak afgevraagd waarom dergelijke mannen in hemelsnaam zo veel praten en zo weinig luisteren. Ben ik - of zijn de andere aanwezigen - zo oninteressant?

De verklaring
Gelukkig heb ik een onderzoek gevonden dat mijn enigszins ingedeukte ego herstelt. Moss-Racusin is een promovendi aan de Amerikaanse Rutgers’ Department of Psychology en onderzocht het effect van bescheidenheid op de beoordeling van mannen. Uit het onderzoek bleek dat bescheiden mannen als even competent werden beoordeeld als onbescheiden mannen. Maar - en hier komt het - bescheiden mannen werden minder aardig gevonden. Moss-Racusin verklaart dit door de Amerikaanse sociale verwachtingen waaraan mannen moeten voldoen. Van mannen wordt verwacht dat ze dominant zijn; bescheidenheid is een zwakte.

Aardige mannen?
We kunnen dus voorzichtig stellen dat mannen geen keus hebben. Er wordt van ze verwacht dat ze een bepaalde mate van dominantie vertonen, of dat nou in de kroeg is of tijdens vergaderingen. Toch kom ik in mijn leven ook veel bescheiden aardige mannen tegen. Aardiger dan de onbescheiden en dominante mannen. Want zeg nou zelf: een heel uur abstracte zinnen produceren tijdens een vergadering is bewonderenswaardig, maar of we daar nou iemand aardiger door gaan vinden. Wellicht dat sommige mannen (en vrouwen) iets te veel veramerikaniseren...