maandag 29 augustus 2011

Laat iemand anders iets positiefs over jou zeggen!

Laatst vroeg iemand: “Zijn jullie echt goed in wat jullie doen?”. Natuurlijk zijn we goed! Ik kan genoeg argumenten of voorbeelden geven die dit standpunt ondersteunen, maar toch merk ik dat het altijd ongemakkelijk is zo’n vraag te beantwoorden. Je voelt je meteen zo’n opschepper. Ook als anderen vol trots vertellen hoe goed ze zijn, merk ik dat ik dit meteen in twijfel trek. Eigenlijk ga ik er dan vaak vanuit dat het vast allemaal niet zo positief is als diegene mij wil laten geloven. Nu kan je over jezelf zeggen hoe goed je bent, maar misschien is het wel effectiever (en prettiger voor jezelf) om dit door anderen te laten doen.

In een sollicitatiebrief

Gelukkig ben ik niet de enige die het irritant vind, als iemand vertelt hoe goed hij of zij is. Uit onderzoek komt dit ook naar voren. In een onderzoek kreeg de ene groep een sollicitatiebrief te lezen waarin de sollicitant zichzelf als zeer bekwaam en vaardig beschreef. De andere helft kreeg een referentiebrief van de leidinggevende van de sollicitant te lezen, inhoudelijk dezelfde brief. Waarschijnlijk raad je het al, de lezers van de referentiebrief waren enthousiaster over de sollicitant, dan de lezers van de sollicitatiebrief. Het subject van de referentiebrief werd bekwamer en minder vervelend bevonden. Blijkbaar vat men de referentie op als een soort bewijs: als iemand anders het zegt, zal het wel waar zijn!

Op een datingsite
Niet alleen in een sollicitatie setting is het nuttig om een referent in te schakelen; ook in een meer sociale setting blijkt dit principe te werken. In eenzelfde soort onderzoek kreeg de ene groep deelnemers een contactadvertentie te lezen waarbij iemand zichzelf beschreef als een leuke, gezellige m/v. De andere helft kreeg dezelfde advertentie te lezen, maar deze was geschreven door een goede vriend van de m/v. Wederom zagen de onderzoekers hier dat de contactadvertentie geschreven voor een goede vriend een stuk beter beoordeeld werd dan de zelf geschreven advertentie. Een handige tip als je bijvoorbeeld actief bent op een datingsite!

Hoe verklaren we dit?
Zoals ik van mezelf ook weet, bekijken we uitspraken die mensen over zichzelf doen met de nodige achterdocht. We weten van onszelf ook dat we ons soms beter voor willen doen dan we eigenlijk zijn en gaan er dus van uit dat anderen dat ook wel zullen doen. Het oordeel van een derde biedt dus het nodige bewijs. Tijd om referenties te verzamelen dus! 

vrijdag 26 augustus 2011

Een autoruit die ons de weg wijst?

Vorige week heb ik eindelijk een TomTom gekocht. Sinds we de nieuwe Other[w]eyes auto’s hebben, begin ik autorijden eindelijk een beetje leuk te vinden. Als fervent openbaar vervoer reiziger moet ik er steeds aan wennen dat je bij autorijden voortdurend geconcentreerd moet zijn. In de trein kan je heerlijk onderuit gezakt een krantje lezen, koffie drinken of gewoon dom uit het raam staren. Vooral op grote kruispunten moest ik alle zeilen bijzetten om te ontdekken welke afslag ik moet hebben en welke rijbaan ik dan het beste kan nemen. Gelukkig heeft mijn nieuwe TomTom rijbaanbegeleiding en blijkt de auto industrie hard op weg om het ons als bestuurders zo makkelijk mogelijk te maken.

Augmented reality
 De technische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Komende jaren kunnen we in nieuwe auto’s allerlei handige snufjes verwachten die ons helpen keuzes te maken in het verkeer. Dit is gebaseerd op een innovatieve technologie. Deze techniek noemt men Augmented Reality: het toevoegen van computergemaakte beelden aan reëele beelden. Je krijgt meer informatie over je omgeving dan je normaal waar zou kunnen nemen (toegevoegde realiteit). De techniek legt als het ware een informatieve laag over de werkelijkheid. Op basis van internet en GPS worden informatiebronnen gekoppeld aan de locatie waar je bent. Je kan deze laag zien door een speciale bril te dragen of te kijken naar projecties, maar het kan ook gewoon op het scherm van je smartphone. Stel je bent op zoek naar een restaurant. Je kijkt om je heen, maar ziet niet direct een geschikte locatie (reëele werkelijkheid). Je pakt je telefoon en zet deze aan het werk om informatie te genereren over de restaurants in jouw buurt. Ineens zie je (virtueel) tien opties met daarbij ook nog de beoordelingen van anderen. Handig!

Toepassingen in de praktijk
Er zijn uiteenlopende toepassingen bedacht om deze technologie in te zetten. Een aantal daarvan wordt in de praktijk al gebruikt, zoals de apps op de mobiele telefoons waarmee je allerlei nuttige informatie uit je omgeving kan binnenhalen. Ook kan het mogelijk dienen als handleiding bij het in elkaar zetten van bijvoorbeeld bouwpakketten of het verwisselen van een autoband. Op je scherm of door een speciale bril zie je precies welke handelingen je moet doen om het project tot een goed einde te brengen. Een ander voorbeeld is het zien van buitenspel bij een voetbalwedstrijd. Op televisie zie je een grote rode lijn die de grens in beeld brengt, zodat je in een oogopslag kunt zien of het buitenspel is. Het zou een lijnrechter veel heen en weer rennen schelen als hij gewoon op een scherm met augmented reality kan beoordelen of het buitenspel was of niet…

Leidt het af?
De auto-industrie is momenteel druk bezig om allerlei hippe en handige snufjes te bedenken om hun auto onderscheidend te laten zijn. De auto die vanzelf stopt als er voor je geremd wordt en die in de moeilijkste plekjes weet in te parkeren (doe mij die maar!). Een belangrijke kanttekening hierbij is wel dat al deze extra functies ervoor kunnen zorgen dat we het idee hebben dat we minder goed hoeven op te letten tijdens het rijden. Daarbij kan de grote hoeveelheid informatie ons juist ook afleiden. Wanneer wij denken dat we het allemaal makkelijk kunnen combineren, kan het weleens heel gevaarlijk worden op de weg. We zullen ons moeten blijven concentreren, zodat we adrem op onverwachte situaties kunnen reageren en anders moet je toch maar lekker met de trein gaan ;-)


maandag 22 augustus 2011

Doorzichtige afvalbakken: vies of sociaal bewijs?


Is het zo dat een doorzichtige afvalbak voor minder zwerfafval zorgt door het principe van sociale bewijskracht? Aan de ene kant zou je denken: ja, want mensen zien hoeveel afval er al weg is gegooid door anderen. Het principe van sociale bewijskracht kan ervoor zorgen ervoor dat mensen denken: "als anderen het ook doen..". Bij het idee van een doorzichtige afvalbak kreeg ik zelf de rillingen. Heb je weleens in een afvalbak gekeken? Soms moet je dichtbij komen om er nog iets bij te proppen en dan zie je vieze bakjes saus en ondefinieerbare halfvergane etenswaren: smerig! Bij een doorzichtige afvalbak zie je al die smerigheden overduidelijk zitten. Behalve dat het mij ontzettend vies lijkt, kan het mogelijk ook een averechts effect hebben.

Het bushokje als afvalbak
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat wanneer de omgeving er onverzorgd uitziet, mensen geneigd zijn zelf ook meer rotzooi te maken. In Nieuw-Zeeland bereikten de makers hierdoor een averechts met een anti-afval campagne. De campagne was ludiek van opzet. Het afval dat mensen achterlieten bij de bushalte werd elke dag verzameld in de abri van de bushalte. Bij deze doorschijnende afvalbak plaatsten ze de tekst: “This is the rubbish dropped around this busstop since monday”. Heel origineel en trekt vast de aandacht, maar bereikt het ook het gewenste effect? Helaas bleken mensen juist meer afval achter te laten. Mogelijk omdat ze allemaal hun eigen aandeel aan het kunstwerk wilden hebben (Kijk, dat is mijn flesje!), maar negatieve sociale bewijskracht kan ook een rol gespeeld hebben.

Broken window theory
Al in de jaren tachtig stelden criminologen dat wanorde in de omgeving bijdraagt aan het ontstaan van criminaliteit. Daarop voortbordurend onderzochten Groningse sociologen deze zogenaamde broken window theory: leidt een puinhoop tot meer puinhoop? Ze onderzochten dit in verschillende experimenten. In het ene experiment hielden ze op afstand de wacht bij een hek waarop twee borden hingen: “Geen doorgang” en “Hier geen fietsen plaatsen”. Toen er geen fietsen tegen het hek stonden, ging toch nog 27% toch door het hek (het was een kortere route). Vervolgens zetten de onderzoekers een aantal fietsen tegen het hek, dit had tot gevolg dat maar liefst 82% van de mensen de doorgang gebruikte! In een ander experiment vonden de onderzoekers eenzelfde effect. In een steegje waar een verbodsbord op het spuiten van graffiti stond, hingen ze onzinnige reclamefoldertjes aan de sturen van de fietsen. Toen de eigenaren van de fietsen terugkwamen gooide een derde het foldertje op de grond. Vervolgens gingen de onderzoekers aan de slag met bussen graffiti en spoten de muren helemaal vol. Terwijl de nietsvermoedende deelnemers aan het onderzoek zich niet eens altijd bewust waren van het verbroken graffiti verbod, gooide maar liefst 69% het reclame foldertje zonder pardon op straat! 

Smerig, maar effectief
Deze experimenten laten zien dat wanneer anderen verboden hebben genegeerd, dat kan leiden tot ongewenst gedrag. Hoe goed bedoeld ook, het zien van de enorme hoeveelheden afval dat mensen laten slingeren bij een bushokje was dus niet een beste zet. Wanneer de afvalbakken doorzichtig zijn, zie je dat anderen voor je wel het juiste gedrag hebben vertoond. Het afval ligt waar het hoort, mogelijk treedt hier dus toch positieve sociale bewijskracht op. Maar hoe dan ook blijf ik het toch een smerig idee vinden: een doorzichtige afvalbak.. Een schone omgeving die laat zien dat anderen het goed doen, spreekt mij dan toch meer aan.

donderdag 18 augustus 2011

De penalty van Edwin van der Sar


Waarom Anelka in de andere hoek had moeten schieten…

Twee weken geleden nam ‘onze’ Edwin van der Sar afscheid als profvoetballer. Het was een indrukwekkende ceremonie, de uitverkochte arena en al die bekende gezichten uit voetballand. In de compilaties van zijn carrière kwam regelmatig terug dat een keeper de drang heeft om een bepalend moment te hebben. Dit moment had van der Sar uiteindelijk op 21 mei 2008 toen hij de bepalende penalty stopte en met Manchester de Europa Cup won. Penalty series zijn voor veel mensen te spannend om naar te kijken en leiden tot vluchtgedrag (roken, bier halen of naar de wc, heb het allemaal gezien). Kun je nagaan hoe dit voor een keeper moet zijn; alle ogen zijn op jou gericht, het is een tegen een. De keuze moet in een splitsecond gemaakt worden. Binnen 0.2 – 0.3 seconden is de bal bij het doel…

Blijven staan of springen?
In die korte tijd moet de keeper een keuze maken: wat gaat hij doen? Uit onderzoek is gebleken dat keepers hun keuze maken voordat zij hebben kunnen zien wat de speler tegenover ze gaat doen. Maar waar baseren ze die keuze op? Uit een analyse van 286 penalty’s blijkt dat de optimale strategie om de penalty te stoppen is: niets doen. In het midden blijven staan zorgt voor de grootste 'pakkans'. Toch blijkt dat de meeste keepers juist wel in actie komen en naar rechts of links springen. Dit te verklaren doordat de norm is om niet stil te blijven staan. Zeker wanneer het niet goed is gegaan is het de norm om in actie te komen. Dit verklaart ook waarom men van coaches verwacht dat ze na een zware nederlaag in actie komen door bijvoorbeeld de teamopstelling te veranderen. Dit terwijl er ook iets voor te zeggen is dat de huidige spelers geleerd hebben van de nederlaag, maar dat is een ander verhaal.

Rechts of links?                 
De meeste keepers komen dus in actie, maar is ook te verklaren waarom ze een bepaalde kant kiezen? Amsterdamse onderzoekers analyseerden alle penalty series van 1982 tot 2010 (alles voor het onderzoek) en ontdekten een patroon. Over het algemeen sprongen keepers even vaak naar rechts als naar links, behalve wanneer het er echt om ging. Wanneer het team achter stond in de penalty serie sprong de keeper vaker naar rechts. Dit verklaren de onderzoekers door activiteit in onze linkerhersenhelft. De linkerhersenhelft wordt geactiveerd bij het streven naar positieve doelen en stuurt de rechterkant van ons lichaam aan. Bij het nastreven van iets positiefs krijgen we de neiging naar rechts te bewegen. In een simpel experiment waarbij mensen snel een lijn in twee gelijke delen moesten verdelen, zorgde tijdsdruk ervoor dat ze meer naar rechts neigden. Wanneer het team achter staat kan de keeper zijn bepalende moment behalen, iets wat voor keepers heel belangrijk is. Het zal dus geen verrassing zijn welke kant van der Sar op sprong tijdens zijn beslissende moment… (zie foto). 

maandag 15 augustus 2011

Met een luchtbuks langs de snelweg...

Vorige week kwam ik het ineens in de krant tegen: auto's beschoten op de snelweg. Huh? Staat er serieus iemand ergens verdekt opgesteld om met een luchtbuks auto's te gaan beschieten langs de snelweg? Wat is dat voor weekend besteding...

Elkaar kopiëren
Klaarblijkelijk een hele populaire, want dit weekend was het weer raak. De politie weet nog niet of het dezelfde dader is geweest, maar houdt rekening met zogenaamd kopieergedrag. Een zeer plausibele verklaring, hoe vreemd het ook klinkt wanneer je er een concreet beeld bij probeert te krijgen... "He Pietje (zie helemaal zo'n boerenpummel voor me), heb je 't gehoord van die schutter langs de snelweg? Cool he! Zin om zo hetzelfde te gaan doen?"...

Kopieergedrag is een plausibele verklaring, uit eerdere onderzoeken is namelijk gebleken dat krantenartikelen ons gedrag behoorlijk kunnen beïnvloeden. Zo blijkt dat het aantal zelfmoorden stijgt wanneer er in de kranten verslag wordt gedaan van een zelfmoord. Een ethisch dilemma voor kranten: een zelfmoord van bijvoorbeeld Antonie Kamerling is nieuws, maar verhoogt tegelijkertijd de kans dat anderen ook zelfmoord plegen.

Waarom iemand anders nadoen?
Hoe kan het dat wij zelfs in extremen nog imiteren? Is imitatiegedrag zo belangrijk voor ons? Uiteraard is het antwoord hierop ja. Ga maar eens na dat elk woord dat je gebruikt eigenlijk een herhaling is van wat je eerder hebt gehoord.  Zelfs wanneer je woorden verzint, is het vaak een compilatie van al bestaande woorden (hoewel ik swaffelen origineel blijf vinden...).

In een artikel in 1989 werd al vastgesteld dat elk gedrag zijn oorsprong in imitatie vindt. In hoeverre dit goed nieuws is voor het incident met de luchtbuks? Redelijk: laat een stoer rolmodel er expliciet iets van zeggen en wie weet wat het volgende imitatie gedrag wordt.

vrijdag 12 augustus 2011

SALE! Slachtoffer van ons brein


Alsof de sale nog niet genoeg schade heeft aangericht, is het nu tijd voor de FINAL SALE. Al meerdere keren heb ik mezelf betrapt met grote tassen of een vol (online) winkelwagentje. Een greep uit mijn recente aankopen: zomerjurkjes voor een paar euro, kandelaars, kinderspeelgoed (?!) en een voorraad douchegel. Met het risico mezelf hier neer te zetten als een shopaholic, wat ik vanzelfsprekend niet ben, wijt ik deze blog aan de SALE. Erger dan ooit ben ik dit seizoen slachtoffer geworden van die enorme opruimingen. Ja, slachtoffer is een bewuste woordkeuze en waarom zal ik je in deze blog uitleggen…

Schaarste
Het belangrijkste principe achter onze vatbaarheid voor de SALE heb ik eerder al toegelicht, namelijk: schaarste. Vanuit de oertijd is ons systeem zo geprogrammeerd dat we er snel bij moeten zijn wanneer er iets te halen valt. Toen voedsel schaars was, moest je zorgen dat je wat er wel is te pakken krijgt, zodat je overleeft. Kort door de bocht gezegd: wezens die hier niet goed in waren, stierven uit en uiteindelijk vele miljoenen jaren zijn we geëvolueerd tot de wezens die we nu zijn. We zijn dus volledig geprogrammeerd om te pakken wat we pakken kunnen. Bedrijven weten dat en spelen daar slim op in door het principe van schaarste voortdurend in te zetten. Schaarste en dus de drang om snel te pakken wat je pakken kan, kan optreden door schaarste in tijd of in aantal. Een speciale dagaanbieding, de drie dwaze dagen en “Het is nu of nooit” spelen allemaal in op schaarste in tijd. Wanneer er weinig stuks van iets zijn, wordt onze aandacht ook getrokken: Op=Op en slechts 100 stuks. Bij de SALE hoeft men ons er niet eens bij te vertellen dat het tijdelijk is, dat weten we (oké, vooral vrouwen) allemaal wel. De meesten hebben ondertussen wel geleerd dat als de kortingen hoog zijn, het einde van de SALE in zicht is en dat het de laatste items zijn, dus dat het nu of nooit is.

Kopen wat je niet nodig hebt
Dit principe verklaart dus waarom we überhaupt in actie komen bij de SALE, maar het verklaart nog niet de neiging om spullen te kopen waar je helemaal niet naar op zoek was. Ik betrap mezelf er regelmatig op dat ik denk: “Komt vast weleens van pas” of “Ik kan het altijd cadeau geven”. Het gekke is dat we niet in actie komen als de prijs meteen al laag is. Van de week nog zagen we een woonblad-proof krukje afgeprijsd van €99 voor €69. “Klinkt als een goeie deal”, zeiden we tegen elkaar, en het krukje was verkocht. Maar wat nou als dat krukje niet afgeprijsd was, maar gewoon 69 euro had gekost. Ik durf te wedden dat de keuze dan minder snel gemaakt was. Dit fenomeen, dat bij iedereen (onbewust) keuzegedrag beïnvloedt, verklaren we doordat we de duur=goed vuistregel hanteren. De prijs wordt namelijk beschouwd als een weergave van de kwaliteit. Een artikel dat oorspronkelijk duurder was, schatten wij dus kwalitatief beter in dan een goedkoper artikel. Ook willen we de kans op verlies vermijden en zijn we apetrots als we ‘een goede deal’ gedaan hebben.

Trucs of trots
Kortom, we zijn het slachtoffer van ons eigen brein en kunnen er dus weinig aan doen. Of toch wel? Het is niet gemakkelijk, maar er zijn allerlei trucjes om jezelf te beheersen: een maximum bedrag op je lopende rekening, een lijstje waar je niet van af mag wijken, maar de meest simpele is jezelf oprecht de vraag stellen: Heb ik dit écht nodig? Dit alles vereist zelfinzicht en ijzersterke discipline… Maar zolang het nog met bepaalde mate is, zou ik zeggen: wees lekker trots op je goede deal! 

woensdag 10 augustus 2011

Waar is sociale media nou eigenlijk goed voor?

Linkedin, Facebook en Twitter: sociale media die niet meer weg te denken zijn uit ons dagelijkse leven. Ook Other[w]eyes is actief op Twitter en Linkedin, maar waar is dat nou allemaal goed voor? Hoewel de meningen verdeeld zijn, zijn er een aantal onderzoeken die een wat objectievere blik werpen op de effecten van sociale media.


Het effect
Een paar dagen geleden las ik een artikel op sciendaily.com (deze site is een aanrader!) over een presentatie van professor Larry D. Rosen. Tijdens deze presentatie ging hij dieper in op de voor- en nadelen van Facebook specifiek. Dit keer niet toegepast op het bedrijfs- leven, maar op het tiener- leven. En hoewel we niet zomaar kunnen generaliseren, kan ik me indenken dat er parallellen te trekken zijn.


Daarom bij deze de leukste weetjes uit de onderzoekswereld: 
1. Adolescenten die vaak op Facebook zitten, vertonen meer narcistische trekken, terwijl jong volwassenen meer tekenen van psychologische stoornissen vertonen zoals antisociaal gedrag, manische en agressieve neigingen (ai…).   
2. Jong volwassen die veel tijd op Facebook spenderen, zijn beter in het tonen van ‘virtuele empathie’.  
3. Online netwerken helpt verlegen adolescenten te bepalen welk sociaal gedrag ze kunnen en moeten vertonen.
    Hoe zit dat met het bedrijfsleven?
    Hoewel bovengenoemde resultaten vooral uit onderzoeken bij adolescenten zijn gebleken, kon ik het niet nalaten me af te vragen in hoeverre dit ook voor het bedrijfsleven geldt. Helpen sociale media inderdaad met het face-to-face netwerken wanneer we er nog onwennig mee zijn? Of maakt sociale media ons narcistischer; meer op onszelf gefocust? En in hoeverre strookt dit met de verhoogde virtuele empathie (kan een bedrijf überhaupt empatisch zijn)?

    Je ziet: er komen genoeg vragen naar boven borrelen. De komende tijd gaan we eens bekijken of we ook antwoorden kunnen vinden!

    maandag 8 augustus 2011

    De 8 geheimen tot succes

    Regelmatig check ik de site www.ted.com. Voor inspirerende presentaties ben je op deze site aan het juiste adres. Van psychologen tot succesvolle ondernemers; een diversiteit aan mensen vertellen meer over hun expertise.

    Toen ik vandaag de website bekeek, kwam ik een filmpje tegen met de titel "8 secrets of success". Nou dat leek me wel wat. Bring it on! Helaas werd me al snel duidelijk gemaakt dat de sleutel tot succes geen simpele formule bevatte. Of nou ja, eigenlijk wel: hard werken en met passie je doel nastreven. Kijk mee!

    donderdag 4 augustus 2011

    Haal de natuur naar binnen…

    In de vorige blog schreef ik over het opladende effect van de natuur. Je kan natuurlijk naar buiten kijken om je aandachtscapaciteit weer op te laden, maar kan je de natuur niet gewoon naar binnen halen? En is het dan net zo effectief?

    Groen in het ziekenhuis
    Op zoek naar het effect van groen stuitte ik meteen op onderzoek in ziekenhuizen. Proefpersonen die de opdracht kregen zich voor te stellen dat ze een operatie moesten ondergaan waren minder gestrest in een groene kamer, dan in een witte of oranje kamer. In een andere onderzoek werden de ziekenhuisgegevens van patiënten die een galblaasoperatie hadden ondergaan geanalyseerd. Een deel van de patiënten had uitzicht op een aantal bomen, terwijl een ander deel uitkeek op een stenen muur. Uit de analyse bleek dat patiënten die naar de bomen hadden gekeken bijna een hele dag eerder ontslagen werden uit het ziekenhuis! Ook bleek dat deze groep minder pijnmedicatie nodig had. Het effect op pijn is ook gebleken uit een ander experiment. Proefpersonen moesten hun hand in een bak met ijswater houden. Nu bleek dat proefpersonen hun handen langer in de bak konden houden wanneer er planten in de kamer stonden dan wanneer er geen planten stonden.

    Effect werkplek
    Het ziekenhuis kun je niet zomaar vergelijken met je werkplek, hoewel in sommige gevallen… Toen wij in Amsterdam werkten, hadden wij het meest depressieve kantoor dat je je kunt voorstellen. We zaten weggestopt in een bijgebouw dat oorspronkelijk nooit bedoeld was geweest om er een kantoor van te maken maar dat uit ruimtegebrek toch als kantoor diende. Ons uitzicht was een enorme grauwe zwarte parkeergarage en als we met ons neus tegen het raam gingen staan konden we een glimp van de snelweg opvangen. Gezien de lange reistijd kwam het in de winter regelmatig voor dat we in het donker van huis gingen en in het donker ons kantoor weer verlieten. Op die dagen hadden we dus geen streepje daglicht gezien. Het voelde al niet goed, maar het blijkt ook gewoon uit onderzoek: werknemers die uitkijken op groen zijn gezonder, minder vaak gestrest en vaker tevreden met hun baan.

    Schilderijen van natuur    
    Dit gaat ons dus niet nog een keer gebeuren. En aangezien er genoeg werkplekken zijn op troosteloze bedrijventerreinen, zijn meer mensen gebaat bij deze tip: hang een afbeelding van de natuur op! Want niet alleen echt groen werkt, ook foto’s of afbeeldingen hebben effect. Uit onderzoek bleek dat een schilderij van een boom in een ziekenhuis net zo stres reducerend werkt als een echte plant. Als je zelf niet echt voorkeur hebt voor een bepaald type natuur, kies dan voor savanne landschap. Sommige onderzoekers beweren dat de evolutie begonnen is in de savanne en dat we ons er daarom prettig voelen.

    dinsdag 2 augustus 2011

    Vakantie: even de batterij opladen

    Vakantie is de tijd om even de batterij op te laden. Half juli was ik tien dagen op Madeira, een ontzettend mooi eiland! Ze noemen het met recht het bloemeneiland, overal zie je de meest prachtige bloemen en als je je autoraam opendraait komt je een heerlijke bloemengeur tegemoet. Genieten! Naast dat je op vakantie even niets hoeft te doen, blijken mensen die in de natuur op vakantie zijn geweest ook echt beter te functioneren als ze terug zijn. Uit onderzoek blijkt dat kijken naar de natuur letterlijk je (aandachts)batterij oplaadt…

    Attention Restauration Theory
    We kennen het allemaal wel, vooral vlak voor de vakantie: het kost ons moeite om onze aandacht erbij te houden. Aandacht is iets waar we eigenlijk nooit over nadenken, maar ook hier blijken twee verschillende soorten te zijn. Aan de ene kant heb je automatische aandacht: aandacht die geen moeite kost en automatisch in werking treedt wanneer er iets interessants gebeurt. Het andere type aandacht is gerichte aandacht die wel moeite kost, je moet hierbij motivatie hebben. Denk aan een saaie presentatie waar je toch naar wil luisteren, je moet bewust moeite doen om je aandacht erbij te houden. Zoals je je voor kunt stellen is gerichte aandacht niet onuitputtelijk, bij langdurige activatie kan het systeem uitgeput raken en krijg je het allemaal even niet meer mee. Volgens de Attention Restauration Theory (ATR) kan je deze batterij opladen door naar de natuur te kijken!

    Kijken naar de natuur kost geen moeite
    Volgens de theorie heeft de natuur een rustgevend effect doordat het kijken naar de natuur geen moeite kost. De theorie maakt onderscheid tussen twee types automatische aandacht, namelijk opgewekt door harde of zachte fascinatie. Natuurlijke prikkels trekken automatisch onze aandacht, zonder dat we er moeite voor hoeven te doen en zonder dat het meteen al je aandacht op slurpt. Denk aan het geluid van de golven of kijken naar de voorbijtrekkende wolken: heerlijk ontspannen! Dit noemen de onderzoekers zachte fascinatie. Bij het kijken naar de natuur wordt geen beroep gedaan op het vermogen tot gerichte aandacht, het systeem komt hierdoor tot rust en kan zich opnieuw opladen. Volgens de onderzoekers neemt de gerichte aandachtscapaciteit toe waardoor we ons weer beter kunnen concentreren. Een stedelijke omgeving daarentegen noemen de onderzoekers juist harde fascinatie, dit gaat ook automatisch maar levert je niets op.

    Ga de natuur in…
    Uit recent onderzoek blijkt ook dat stedelingen gestresster zijn dan plattelandsbewoners. Mogelijk speelt de oplaadfunctie van de natuur daarbij een belangrijke rol. Omdat we niet allemaal op het platteland wonen en voortdurend op vakantie kunnen gaan, zullen we andere oplossingen moeten bedenken… Dus heb je een kantoor met natuurlijk uitzicht, staar dan gerust even uit het raam ;-)